11. Druk, met de sensor nog steeds in het proces, op enter. Het uitgangssignaal keert terug naar de
actieve toestand en meetwaarde van het monster wordt weergegeven op het meetscherm.
Opmerking: Als de uitgangsmodus op hold of transfer is ingesteld, selecteer dan de vertragingstijd wanneer de
uitgangssignalen weer actief worden.
Kalibratieopties wijzigen
De gebruiker kan een kalibratieherinnering instellen of een operator-ID toevoegen met de
kalibratiegegevens uit dit menu.
1. Druk op toets menu en selecteer SENSOR SETUP>CALIBRATE (sensorinstellingen /
kalibreren).
2. Als de toegangscode is ingeschakeld in menu security (beveiliging) voor de controller, voer dan
de toegangscode in.
3. Selecteer KAL OPTIES en druk op enter.
4. Gebruik de pijltoetsen om een optie te selecteren en druk op enter.
Optie
CAL REMINDER
(kalibratieherinnering)
OP.-ID VOOR KAL.
Onderhoud
Diverse gevaren. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van het document beschreven taken uitvoeren.
Reiniging en ontsmetting
Koppel vóór onderhoudswerkzaamheden de controller altijd los van de netspanning.
De analysator behoeft normalerwijze geen reiniging of ontsmetting. Indien nodig kan de buitenzijde
van het instrument gereinigd worden met een vochtige doek en een milde zeepoplossing. Maak nooit
gebruik van reinigingsmiddelen zoals terpentijn, aceton of gelijkaardige producten om het instrument,
met inbegrip van het weergavescherm en toebehoren, te reinigen.
Foutenopsporing
Lijst met waarschuwingen
Een waarschuwingspictogram bestaat uit een uitroepteken binnen een driehoek. Er verschijnen
rechts in de hoofdweergave, onder de meetwaarde, pictogrammen met waarschuwingen. Een
waarschuwing heeft geen effect op de werking van menu's, relais en uitgangen. Druk op toets menu
en selecteer DIAGNOSTICS (diagnostiek) om waarschuwingen te bekijken. Selecteer hierna een
apparaat om problemen die aan dat apparaat gekoppeld zijn, te bekijken. Er wordt geen pictogram
met een waarschuwing meer weergegeven als alle problemen verholpen of bevestigd zijn.
Een lijst van mogelijke waarschuwingen wordt weergegeven
Beschrijving
Stelt een herinnering voor de volgende kalibratie in op dagen, maanden
of jaren - selecteer de gewenste termijn in de lijst.
Voegt een operator-ID met kalibratiegegevens toe -JA of NEE
(standaardinstelling). De ID wordt standaard tijdens de kalibratie
ingevoerd.
G E V A A R
G E V A A R
inTabel
5.
Nederlands 199