4
Installatie
Formaat Expansievaten
Het volume van het expansiebevat moet passen bij het watervolume van het
lokale systeem.
U kunt het juiste formaat van het expansievat voor zowel het verwarmingscircuit
als het koelingscircuit vinden met behulp van de volgende formule en grafiek.
Wanneer het benodigde volume van het expansievat groter is dan het volume
van een ingebouwd expansievat, installeer dan een extra expansievat zodat de
som van de volumes van de expansievaten groter is dan het benodigde volume
van het expansievat.
* Voor de installatie van model EHSC-*M*EB moet ter plaatse een expansievat
worden aangeschaft en geplaatst, omdat dit model niet wordt geleverd met een
geïnstalleerd expansievat.
ε × G
V =
P ¹ + 0,098
1 −
P ² + 0,098
Waarbij;
V : Het benodigde volume van het expansievat [L]
ε
: Waterexpansiecoëfficient
G : Totaal volume van het water in het systeem [L]
P ¹ : Insteldruk van het expansievat [MPa]
P ² : Max. druk in bedrijf [MPa]
Grafiek rechts is voor de volgende waarden
ε
: bij 70 °C = 0,0229
P ¹ : 0, MPa
P ² : 0,3 MPa
*Er is een veiligheidsmarge van 30% toegevoegd.
Eigenschappen Watercirculatiepomp
Pomp snelheid kan worden geselecteerd door middel van een instelling van de
Hoofdbediening (zie <Afbeelding 4.3.4 - 4.3.7>).
Stel de pompsnelheid zo af dat het debiet in het primaire circuit geschikt is voor
de geïnstalleerde buitenunit (zie Tabel 4.3.). Het kan, afhankelijk van de lengte
en de stijging van het primaire circuit, nodig zijn een extra pomp aan het systeem
toe te voegen.
<Tweede pomp>
Lees, als een tweede pomp vereist is voor de installatie, het volgende aandachtig
door.
Als een tweede pomp wordt gebruikt in het systeem, kan deze op 2 manieren
worden geplaatst.
De plaatsing van de pomp bepaalt op welke aansluiting van de FTC4 de
signaalkabel moet worden aangesloten. Gebruik, als de extra pomp(en) meer
stroom dan A hebben, een geschikt relais. De signaalkabel van de pomp kan op
TBO. -2 of op CNP worden aangesloten, maar niet op beide.
Optie (alleen ruimteverwarming)
Als de tweede pomp alleen wordt gebruikt voor het verwarmingscircuit, moet de
signaalkabel worden aangesloten op TBO.-aansluitingen 3 en 4. (OUT2) In
deze positie kan de pomp op een andere snelheid werken dan de ingebouwde
pomp van de hydrobox.
Optie 2 (Primaire circuit SWW en ruimteverwarming)
Als de tweede pomp in het primaire circuit wordt gebruikt tussen de hydrobox en
de buitenunit (ALLEEN Monobloc-systeem) moet de signaalkabel worden
aangesloten op TBO.-aansluitingen en 2 (OUT). In deze positie moet de
pompsnelheid overeenkomen met de snelheid van de ingebouwde pomp van de
hydrobox.
Opmerking: Raadpleeg 5.2 Externe ingangen/uitgangen aansluiten.
Formaat van het expansievat bepalen
25
20
15
10
5
0
0
50
100
150
Watervolume van het systeem [L]
<Afbeelding 4.3.3>
Buiten-warmtepompunit
Monobloc
PUHZ-W50
PUHZ-W85
PUHZ-HW2
PUHZ-HW40
Split
PUHZ-RP35
PUHZ-RP50
PUHZ-RP60
PUHZ-(H)RP7
PUHZ-(H)RP00
PUHZ-(H)RP25
PUHZ-RP40
PUHZ-SW40
PUHZ-SW50
PUHZ-SW75
PUHZ-SW00
PUHZ-SW20
PUHZ-SHW80
PUHZ-SHW2
PUHZ-SHW40
SUHZ-SW45
<Tabel 4.3.3>
* Als het waterdebiet minder is dan 7, L/min, wordt de debietschakelaar geactiveerd.
Als het waterdebiet meer is dan 27,7 L/min, is de stroomsnelheid hoger dan ,5
m/s en daardoor kunnen de leidingen eroderen.
200
250
300
350
400
Bereik waterdebiet [L/min]
7, - 4,3
0,0 - 25,8
4,4 - 27,7
7,9 - 27,7
7, - ,8
7, - 7,2
8,6 - 20,
0,2 - 22,9
4,4 - 27,7
7,9 - 27,7
20, - 27,7
7, - ,8
7, - 7,2
0,2 - 22,9
4,4 - 27,7
20, - 27,7
0,2 - 22,9
4,4 - 27,7
7,9 - 27,7
7, - 2,9
6