■
Controleer de koppelingen en leidingen. Alle hulpstukken voor on-
derhoud, koppelingen en slangen moeten met betrekking tot druk
en debiet voldoen aan de voor het apparaat geldende specifica-
ties. Te weinig druk heeft invloed op de werking van het apparaat,
te veel druk kan materiële schade en letsel veroorzaken.
■
Bescherm de slangen tegen knikken, afknijpen, oplosmiddelen en
scherpe randen. Houd de slangen uit de buurt van hitte, olie en
bewegende delen.
■
Zorg ervoor dat slangklemmen altijd stevig zijn vastgedraaid.
Niet goed vastgedraaide of defecte slangklemmen kunnen de
perslucht ongecontroleerd laten ontsnappen.
■
Vervang een beschadigde slang meteen. Een beschadigde lei-
ding kan ertoe leiden dat de persluchtslang in het rond zwiept,
met letsel als mogelijk gevolg.
■
Wanneer het aansluitsnoer van dit apparaat beschadigd raakt,
moet het worden vervangen door de fabrikant of de klantenser-
vice van de fabrikant of een persoon met vergelijkbare kwalifica-
ties, om risico's te vermijden.
■
Gebruik het apparaat niet als u moe bent of onder invloed bent
van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettend-
heid kan bij het gebruik van het apparaat al tot ernstig letsel
leiden.
■
Adem de afvoerlucht niet direct in. Voorkom dat u afvoerlucht
in uw ogen krijgt. De afvoerlucht van het persluchtapparaat kan
water, olie, metaaldeeltjes of verontreinigingen uit de compressor
bevatten. Dat kan tot gezondheidsschade leiden.
│
NL │ BE
■
108
PDRS 27 A1