verticaal uitgelijnd is met punt
•
Meet de horizontale afstand tussen punten P
R
4
de afstand tussen D
te bepalen, en punten P
2
afstand D
te bepalen.
3
• Bereken de maximale toelaatbare offset afstand en
vergelijk met D
en D
2
3
• Als D
en D
niet minder dan of gelijk zijn aan de
3
3
berekende maximale offset afstand, dan moet het
apparaat aan de Stanley-distributeur geretourneerd
worden voor kalibratie.
Maximale offset afstand:
= 0,4 mm m x D
Maximum
= 0,005 in ft x D
Vergelijk: (Zie afbeelding
D
en D
2
Voorbeeld:
• D
= 5 m, D
= 2,0 mm, D
1
2
• 0,4 mm m x 5 m = 2,0 mm (maximum offset afstand)
• 2,0 mm en 1,5 mm ≤ 2,0 mm (TRUE, apparaat is
binnen toleratie)
Nauwkeurigheid
nivelleringsstraal
(Alleen SLP5) - (Horizontale straal) - (zie afbeelding
•
Plaats het laserapparaat zoals in de afbeelding is
S
1
getoond met de laser AAN. Markeer punt P
•
Roteer het laserapparaat 180° en markeer punt P
S
2
•
Plaats het laserapparaat dichter bij de muur en markeer
S
3
punt P
.
3
•
Roteer het laserapparaat 180° en markeer punt P
S
4
het kruis.
•
Meet de verticale afstand tussen P
S
5
bepalen van D
en de verticale afstand tussen P
3
D
te bepalen.
4
• Calculeer de maximale toelaatbare offset afstand en
vergelijk dit met het verschil van D
de vergelijking.
• Als het totaal niet minder dan of gelijk is aan de
berekende maximale offset afstand, dan moet het
apparaat aan de Stanley-distributeur geretourneerd
worden voor kalibratie.
77-318 / 77-319
. Markeer punt P
3
en P
1
.
m
1
ft
1
)
R
4
≤ ± Maximum
3
= 1,5 mm
3
.
1
en P
voor het
1
3
en D
zoals getoond in
3
4
.
6
en P
om
1
5
om de
6
Voorbeeld:
• D
= 10 m, D
1
• D
= 0,6 mm
3
• D
= - 0,4 mm
4
• 0,2 mm m x (10 m - (2 x 0,5 m) = 1,8 mm (maximum
offset afstand)
• (0,4 mm) - (- 0,6 mm) = 1,0 mm
1,0 mm ≤ 1,8 mm (TRUE, apparaat is binnen toleratie)
Nauwkeurigheid horizontale
straal
(Alleen SLP5) - (horizontale straal) - (zie afbeelding
•
Plaats het laserapparaat zoals in de afbeelding is
T
1
getoond met de laser AAN. Richt de laser op de eerste
hoek of een gemarkeerd referentiepunt. Meet de helft van
de afstand D
•
Roteer het laserapparaat 180° en markeer punt P
T
2
)
. Markeer punt P
S
punt P
•
Richt de laser op de tweede hoek of een gemarkeerd
T
3
referentiepunt. Markeer punt P
.
lijn is met punten P
2
•
Meet de verticale afstand D
T
4
laagste punt.
bij
• Bereken de maximale toelaatbare offset afstand en
4
vergelijk met D
• Als D
en P
om
maximale offset afstand, dan moet het apparaat aan
2
4
de Stanley-distributeur geretourneerd worden voor
kalibratie.
Maximale offset afstand:
= 0,2 mm m x (D
Maximum
= 0,0024 in ft x (D
Vergelijk: (Zie afbeelding
D
- D
≤ ± Maximum
3
4
= 0,5 m
2
en markeer punt P
1
zodat het in een verticale lijn is met
2
.
1
en P
.
1
2
.
2
niet minder dan of gelijk is aan de berekende
2
Maximale offset afstand:
= 0,2 mm m x D
Maximum
= 0,0024 in ft x D
Vergelijk: (Zie afbeelding
m - (2 x D
m))
1
2
ft - (2 x D
ft))
1
2
)
S
5
T
.
1
1
zodat het in een verticale
3
tussen het hoogste en
2
m
1
ft
1
)
T
4
)
65