4) Eindtest
De eindtest van de automatisering moet door vakbekwaam en deskundig personeel uitgevoerd worden, dat ook
!
bepalen moet welke tests noodzakelijk zijn in functie van de bestaande gevaren.
De eindtest is de belangrijkste fasen bij de aanleg van de automatisering. Elk afzonderlijk onderdeel, bijvoorbeeld motor, noodstop, fotocellen
en andere veiligheidsinrichtingen kunnen een specifieke eindtestfase vragen; het is daarom raadzaam de procedures uit de desbetreffende
handleidingen met aanwijzingen zorgvuldig uit te voeren.
Voor de eindtest van de besturingseenheid A924 dient u onderstaande reeks handelingen uit te voeren:
1.
Stel de dipschakelaars in zoals dat aangegeven is:
(alle functies zijn gedeactiveerd en in semi-automatische modus)
2.
Druk op de toets "Open" (ref. I op afb.1) en controleer het volgende:
• het knipperlicht treedt in werking
• er gaat een openingsmanoeuvre van start met een fase van snelheidstoename
• de manoeuvre wordt onderbroken voorafgegaan door een vertragingsfase, wanneer de deur stand A heeft bereikt.
3.
Druk op de toets "Sluit" (ref. K op afb.1) en controleer het volgende:
• het knipperlicht treedt in werking
• er gaat een sluitmanoeuvre van start
• de manoeuvre wordt onderbroken voorafgegaan door een vertragingsfase, wanneer de deur stand 0 heeft bereikt.
4.
Laat een openingsmanoeuvre van start gaan en controleer dat het inwerking treden van een inrichting die is aangesloten op de ingang
• "Stop", de manoeuvre onmiddellijk onderbreekt
• "Foto", geen enkel gevolg heeft
• "Foto2", de manoeuvre onderbreekt en de richting daarvan omkeert
5.
Laat een sluitmanoeuvre van start gaan en controleer dat het inwerking treden van een inrichting die is aangesloten op de ingang
• "Stop", de manoeuvre onmiddellijk onderbreekt
• "Foto", de manoeuvre onderbreekt en de richting daarvan omkeert
• "Foto2", geen enkel gevolg heeft
6.
Bedek een inrichting die is aangesloten op de ingang:
• "Stop", en controleer dat wanneer er een bedieningsingang geactiveerd wordt, er geen enkele manoeuvre van start gaat
• "Foto", en controleer dat wanneer er een bedieningsingang geactiveerd wordt die een sluitmanoeuvre teweegbrengt, deze
manoeuvre niet van start gaat
• "Foto2", en controleer dat wanneer er een bedieningsingang geactiveerd wordt die een openingsmanoeuvre teweeg
brengt, deze manoeuvre niet van start gaat
7.
Belemmer tijdens de manoeuvre, zowel bij opening als bij sluiting, de beweging van de deur met een obstakel en controleer
dat de deur terugloopt voordat de door de voorschriften vastgestelde kracht overschreden wordt
8.
Verifieer dat activering van de ingangen (indien aangesloten) een stap teweeg brengt in de reeks
• voor de ingang Stap voor Stap: Open - Stop - Sluit - Stop,
• voor de ingang Open: Open - Stop - Open - Stop,
• voor de ingang Sluit: Sluit" - Stop- Sluit - Stop,
• voor de ingang Open gedeeltelijk: Open gedeeltelijk - Stop - Sluit - Stop.
5) Selecteerbare functies
Met de dipschakelaars programmering op Off, kunt u met de dipschakelaars functies de verschillende functies instellen zoals die hieronder
opgesomd worden:
Schakelaar
1-2
Schakelaar
3
Schakelaar
4
Schakelaar
5
Schakelaar
6
Schakelaar
7
Schakelaar
8
Schakelaar
9
Schakelaar
10
N.B.: Natuurlijk activeert geen enkele schakelaar op "Off" de beschreven functie
110
Off Off
= Functie "Handbediening" d.w.z. Iemand Aanwezig
On Off
= Functie "Semi-automatisch"
Off On
= Functie "Automatisch" d.w.z. Automatische Sluiting
On On
= Functie "Automatisch + Sluit altijd"
On
= Functie woonblok < Niet beschikbaar bij de modus Handbediening >
On
= Voorwaarschuwing 5 s. (2 s. Indien in handbediende modus)
On
= Terugloop 5 s na Foto bij Automatische modus of Terugloop na Foto bij Semi-automatische modus
On
= Foto ook bij opening
On
= Activering Fototest
On
= Zuignap / Elektrische vergrendeling (On = zuignap Off= elektrische vergrendeling)
On
= Verkeerslicht in de modus eenrichtingverkeer
On
= Verkeerslicht in beide richtingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12