Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Husqvarna WS220 Bedienungsanweisung Seite 21

Wandsäge
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Selecteer de gewenste rotatierichting. De
rotatierichting kan alleen worden gewijzigd terwijl het
blad stilstaat. (AANDRIJFOPTIES>DRAAIR. INST.)
>>DRIVE CHOICES
SET GEAR
[-]
SET DRIVE MODE
[-]
SET ROT. DIR.
[STANDARD]
SET FUSE
[-]
(a) = Standaard (b) = Achteruit
Maak uzelf vertrouwd met de longitudinale beweging
van de zaag en de invoer in de wand door deze
functies een aantal malen heen en terug te bedienen.
Voorkom onnodig contact tussen het blad en het
materiaal en laat de zaageenheid niet tegen de
eindaanslagen bewegen.
Breng de zaag in zijn uitgangspositie en controleer of
het blad het materiaal niet raakt.
Start de waterkoeling door het systeem en regel de
waterstroom met de waterregelkraan.
De bladrotatie moet worden gestart met de extra
veiligheidsstap. U doet dit door de knop met de pijl
achteruit ingedrukt te houden en tegelijkertijd de
bladrotatieknop naar de gewenste snelheid te
draaien. De extra veiligheidsstap wordt gebruikt om te
voorkomen dat de bladrotatie per ongeluk wordt
gestart. Als de bladrotatie is gestart, wordt het
uitgangsvermogen van de bladmotor weergegeven op
het display van de afstandsbediening.
Begin met het blad ongeveer 2-4 cm in te voeren met
de invoerregelaar.
STARTEN EN STOPPEN
20 DEC
20:55
Start daarna de lengtebeweging door de knop in de
gewenste richting te draaien totdat het
uitgangsvermogen van de bladmotor ongeveer 60-
65% bedraagt. Zaag de geleidesnede niet met een
hoger uitgangsvermogen om te waarborgen dat de
geleidesnede recht is. Vermijd zagen in
betonwapening bij het maken van de geleidesnede.
Na het maken van de geleidesnede mogen de volgende
sneden dieper zijn. De diepte is afhankelijk van het
materiaal en het gebruikte blad, maar in normale
gevallen moet de diepte 4-7 cm (1,6'-2,8') bedragen.
Deze sneden moeten worden gemaakt met de
maximale bewegingssnelheid om de capaciteit van de
zaag optimaal te benutten. Als het uitgangsvermogen
van de bladmotor 100% bereikt, regelt de zaag
automatisch de bewegingssnelheid omlaag om te
voorkomen dat aangesloten zekeringen overbelast
raken. De regelaar houdt in deze gevallen het
uitgangsvermogen op 100%. Als het uitgangsvermogen
niet 100% bereikt tijdens de volgende sneden, mag de
zaagdiepte voorzichtig worden vergroot.
Als de machine draait op eenfasige voeding, wordt het
beschikbare vermogen gereduceerd en moet de
zaagdiepte worden verkleind ten opzichte van
driefasige voeding. Als vuistregel geldt dat de
zaagdiepte met de helft moet worden verkleind.
Het is vaak efficiënter om ondiepe sneden te maken
op hogere snelheid dan om diepe sneden te maken
met een lage snelheid. Ondiepere zaagsneden
creëren een kleiner zaagoppervlak waardoor meer
druk wordt uitgeoefend op de bladsegmenten, wat
helpt bij het scherp houden van de zaag.
Als het blad door het materiaal is gezaagd, is het
voordelig om het blad tot de maximale zaagdiepte in
te voeren. Hierdoor wordt het zaagoppervlak
verkleind en wordt meer druk uitgeoefend op de
segmenten, waardoor het zagen efficiënter verloopt.
Een ander voordeel van invoer tot de maximumdiepte
is dat overzagen wordt beperkt.
(a) = Overzaagafstand (b) = Zaagoppervlak
Dutch
21

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis