viii
Gebruiksomgeving
Waarschuwing! Schakel wegens veiligheidsoverwegingen alle
draadloze toestellen of toestellen die radiosignalen verzenden uit
als u de laptop gebruikt in de volgende omstandigheden. Deze
toestellen omvatten, doch niet beperkt tot: draadloos-lan
(WLAN), Bluetooth en/of 3G.
Denk eraan speciale regels die van toepassing zijn in uw land op te volgen, en
denk eraan het toestel uit te schakelen als het gebruik verboden is of als dit
storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het toestel alleen in de normale
houdingen. Dit toestel voldoet bij normaal gebruik aan de richtlijnen voor
RF-straling, wat betekent dat het toestel en antenne en afstand van minstens
1,5 centimeter (5/8 inch) tot uw lichaam hebben (zie onderstaande afbeelding).
Het mag geen metaal bevatten en u dient het toestel op de hierboven
genoemde afstand van uw lichaam houden. Om databestanden of berichten te
kunnen overdragen, heeft het toestel een kwalitatief goede verbinding met het
netwerk nodig. In sommige gevallen kan de overdracht van databestanden of
berichten worden vertraagd totdat zo'n verbinding beschikbaar is. Zorg dat de
bovenstaande scheidingsafstand in acht wordt genomen totdat de overdracht
voltooid is. Onderdelen van het toestel zijn magnetisch. Metalen onderdelen
kunnen worden aangetrokken tot het toestel, en mensen met
hoorhulpmiddelen mogen het toestel niet bij het oor met hoorhulpmiddel
houden. Plaats geen creditcards of andere magnetische opslagmedia in de
buurt van het toestel, omdat de informatie die ze bevatten kan worden gewist.
Medische apparatuur
Gebruik van apparatuur die radiosignalen uitzendt, waaronder mobiele
telefoons, kan storing veroorzaken op de functionaliteit van onvoldoende
beschermde medische apparatuur. Raadpleeg een arts of fabrikant van het
medische apparaat om te bepalen of deze adequaat zijn afgeschermd tegen
RF-energie of voor eventuele andere vragen. Schakel het toestel uit in
zorginstellingen als borden in deze instellingen u opdragen dit te doen.
Ziekenhuizen of zorginstellingen kunnen apparatuur gebruiken die gevoelig is
voor externe RF-signalen.
Pacemakers. Fabrikanten van pacemakers geven de aanbeveling altijd een
afstand van minstens 15,3 centimeter (6 inch) in acht te nemen tussen draadloze
toestellen en een pacemaker om storing op de pacemaker te vermijden. Deze
aanbevelingen zijn consistent met onafhankelijk onderzoek door en
aanbevelingen van Wireless Technology Research. Mensen met pacemakers
dienen het volgende in acht te nemen:
•
Houd het toestel altijd minstens 15,3 centimeter (6 inch) van de pacemaker
verwijderd.
•
Draag het toestel nooit ingeschakeld bij de pacemaker. Als u storing
vermoed, schakel het toestel dan uit een draag het op een andere plek.
Hoorhulpmiddelen. Bepaalde digitale draadloze toestellen kunnen storing
veroorzaken op bepaalde hoorhulpmiddelen. Als storing optreedt, neem dan
contact op met uw serviceprovider.