8
3
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
LET OP!
– Alle elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd als de elek-
trische voeding is uitgeschakeld.
– De aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd
personeel worden uitgevoerd.
– Op de elektrische voedingslijn moet een inrichting worden geïnstalleerd die
ervoor zorgt dat, indien nodig, de automatisering volledig van het stroomnet
wordt afgesloten. De stroomonderbreker moet een openingsafstand tus-
sen de contacten hebben die volledige afkoppeling mogelijk maakt bij de
condities die zijn vastgelegd voor overspanningscategorie III, conform de
installatieregels. Indien nodig garandeert deze inrichting een snelle en veilige
afsluiting van de elektrische voeding; daarom moet ze in het zicht van de
automatisering geplaatst worden. Als ze echter uit het zicht staat, moet er
een systeem zijn dat een eventuele, onbedoelde of ongeautoriseerde heraan-
sluiting van de voeding blokkeert, om gevaar te voorkomen. De onderbre-
kingsinrichting wordt niet bij het product geleverd.
3.1 - Aansluiting van de driefasevoedingskabel voor bestu-
ringseenheden NDCC2000, NDCC2100
Raadpleeg voor de uitvoering van de elektrische aansluiting afb. 5.
Aan de klemmen L1, L2, L3 en aan de klem PE zit een eurostekker van 16A
verbonden.
Men kan de aansluiting op de centrale ook uitvoeren d.m.v. een driefasige
hoofdschakelaar (niet meegeleverd). In dit geval is het mogelijk de eurostekker
tijdens de montage te verwijderen.
3.2 - Aansluiting van de eenfasevoedingskabel voor bestu-
ringseenheden NDCC2200
Raadpleeg voor de uitvoering van de elektrische aansluiting afb. 6.
Aan de klemmen L1, L3 en aan de klem PE zit een schukostekker verbonden.
Men kan de aansluiting op de centrale ook uitvoeren d.m.v. een eenfasige
hoofdschakelaar (niet meegeleverd). In dit geval is het mogelijk de schukostek-
ker tijdens de montage te verwijderen.
3.3 - Beschrijving van de elektrische aansluitingen (afb. 7): voe-
ding, beveiligingsmechanismen, besturing en accessoires
Op de ingangen 8,9,10,11 kunnen besturingsinrichtingen worden aangesloten
met NO-contacten (normally open), of NC-contacten (normally closed). Een of
meerdere van deze ingangen, of een combinatie hiervan, naast eventueel de
ingangen van STOP/HALT, kunnen dus gebruikt worden voor de aansluiting van
bijvoorbeeld een extern knoppenbord of een schakelaar met kabel verbonden
aan het plafond.
PUSH BUTTONS - ingang voor de aansluiting van het knoppenbord op het
deksel van de doos.
ENCODER - ingang voor de aansluiting van de bekabeling van de elektroni-
sche eindaanslag (encoder Nice).
COMMON (8) - ingang van 24 Vdc die werkt als gemeenschappelijke ingang
voor OPEN, CLOSE en ING1 en positief voor de spanning voor de gebruikers.
OPEN (9) - ingang voor inrichtingen die de opening besturen; er kunnen ook
contacten van het type "normally open" op worden aangesloten.
CLOSE (10) - ingang voor inrichtingen die de sluiting besturen; er kunnen
ook contacten van het type "normally open" op worden aangesloten.
OPEN
STOP
SLUIT
De toetsen "OPEN",
"STOP" en "SLUIT"
moeten worden gebruikt
om de automatisering
te besturen en voor de
programmeringsfase
(paragraaf 3.9)
ING1-photo- (11) - ingang normally closed (NC) voor inrichtingen die de
automatiseringsbeweging besturen. Als u deze ingang correct programmeert
met de Nice programmeereenheid Oview, is het mogelijk de volgende wer-
kingswijzen te bereiken:
– Stap voor stap
– Gedeeltelijk openen
– Openen
– Sluiten
– Foto (default)
– Foto 1
– Halt in opening
– Halt in sluiting
Voor instructies voor de programmering en de beschrijving van de beschikbare
functies dient u de functiekaarten van Oview voor D-Action te raadplegen.
ALT - ingang voor inrichtingen die de lopende beweging stoppen. Sluit con-
tacten aan van het type "normally closed".
SAFE - ingang voor de aansluiting van de thermische beveiliging van de motor.
LET OP! - Deze wordt alleen voor motoren met mechanische eindaanslagen
gebruikt. Laat "niet aangesloten" bij motoren met elektronische eindaanslag.
LIMIT SWITCH - ingang voor de aansluiting van de mechanische eindaanslagen.
(1) Gemeenschappelijk eindaanslag
(2) eindaanslag openen
(3) voor-eindaanslag sluiten
(4) eindaanslag sluiten
STOP - ingang voor de aansluiting van veiligheidsranden van het weer-
standstype (8k2) ofwel optische (OSE), zoals als volgt beschreven (afb. 9):
OSE aansluiting:
- 5 Ò positief 12Vdc (+) (bruine draden)
- 6 Ò signaal (S) (groene draden)
- 7 Ò negatief GND (-) (witte draden)
Aansluiting 8k2:
- Sluit de aansluiting van 8,2 kΩ aan tussen het klemmetje 6 (signaal- S) en
7 (negatief - GND)
IBT4N - ingang voor de aansluiting van de programeereenheid Oview, met
de speciale adapter IBT4N. LET OP - koppel de voeding los, voor u de pro-
grammeereenheid aansluit of loskoppelt.
ANTENNE
- ingang voor de aansluiting van de antenne voor de radio-
ontvanger (N.B.: de antenne is ingebouwd in de knipperlichten van Nice
LUCY B, MBL, MLBT).
OUT (CONNECTOR VOOR NDA040) - connector voor aanvullende kaart
NDA040 die twee uitgangen toevoegt aan spanningsloze contacten. Deze
uitgangen kunnen goed worden geprogrammeerd met de programmeereen-
heid Nice Oview. Voor instructies betreffende de programmering en de be-
schrijving van de beschikbare functies moet u de handleiding raadplegen van
de aanvullende kaart NDA040.
SLOT VOOR BRAKE/BOOST KAART - connector voor de aansluiting van
de aanvullende kaart voor de controlefuncties van de motorrem (BRAKE)
en van de startcondensator (BOOST) voor eenfasemotoren. LET OP - niet
inbegrepen in het model NDCC2000.
MOTOR - uitgang voor de aansluiting van de driefasenmotor en van de een-
fasemotor.
Voor eenfasemotoren:
U - gemeenschappelijk
V - openen
W - sluiten
LINE - ingang voor de aansluiting van de elektrische voeding.
L1-L2-L3: aansluiting DRIEFASE
L1-L3: aansluiting EENFASE
PE - ingang voor de aardaansluiting van de besturingseenheid en de
motoren.
BELANGRIJK!
Wij RADEN U AF om een willekeurig type inrich-
ting of een uitrusting die niet uitdrukkelijk in
deze instructiehandleiding wordt aangegeven,
aan te sluiten.
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid af
voor eventuele schade die het gevolg is van een
oneigenlijk gebruik van de verschillende inrich-
tingen van het systeem, d.w.z. gebruik dat niet
in overeenstemming is met wat in deze instruc-
tiehandleiding wordt aangegeven.
Wend u tot de klantenservice van Nice voor
meer informatie.
Nederlands – 9