Elektrische aansluiting 12 V
Alvorens te beginnen met werkzaamheden aan elektri-
sche onderdelen moet het toestel van de stroomtoevoer
worden gescheiden. Uitschakelen via het bedieningspaneel is
niet voldoende!
Bij elektrisch lassen aan de carrosserie moeten de
aansluitingen van het toestel van het boordnet worden
gescheiden.
Bij omkering van de aansluitingen bestaat er gevaar
voor kabelbrand. Bovendien vervalt elke aanspraak op
garantie of aansprakelijkheidsvordering.
Schuif de kabel (28) van het bedieningspaneel met de connec-
tor (28a) op de elektronische regeleenheid.
Leg om de kabel (28) van het bedieningspaneel veilig aan te
brengen deze door de kabelgeleiding (28b).
De 12 V voeding
wordt op klem (35) aangesloten.
oranje = plus 12 V
blauw = minus
Daarvoor met een kleine schroevendraaier van boven de klem
indrukken en de kabel er van voren insteken.
Met een kabel 2 x 1,5 mm² op het gezekerde boordnet (cen-
trale elektrische module 5 – 10 A) aansluiten.
Sluit de minkabel aan op de centrale massa. Bij lengten van
meer dan 6 m een kabel 2 x 2,5 mm² gebruiken. Bij directe
aansluiting op de accu moeten de plus- en de minkabel wor-
den gezekerd.
Zo nodig de buitenste kabelmantel bij de doorvoer door het
kapje verwijderen.
Er mogen geen verdere 12 V-verbruikers op de toevoerleiding
worden aangesloten!
De zekering van de boiler (36), 1,6 A (traag) bevindt zich
op de elektronische regeleenheid.
Schroef het afdekkapje (34) erop.
Afbeelding 15
Let bij het gebruik van adapters of aggregaten op dat de-
ze een geregelde uitgangsspanning tussen 11 V en 15 V
leveren en de wisselspanningsrimpel < 1,2 Vss bedraagt.
36
34
28a
36
28b
28
35
Controle van de werking
Na de inbouw moet bij de eerste controle het gassysteem lek-
dicht zijn volgens de drukvalmethode conform EN 1949.
Vervolgens alle functies van het toestel, zoals beschreven in
de gebruiksaanwijzing, controleren – vooral de functie voor
het aftappen van de boiler. Bij vorstschade vervalt de garantie!
Laat de boiler nooit zonder water werken! Een controle
van de elektrische werking is gedurende korte tijd ook
zonder water in de boiler mogelijk. Vóór de ingebruikname
altijd eerst de gebruiksaanwijzing lezen!
Waarschuwingen
De bij het toestel geleverde gele sticker met de waarschuwin-
gen moet door de installateur of de houder van het voertuig
op een voor iedere gebruiker goed zichtbare plaats in het
voertuig worden aangebracht! Als er stickers ontbreken, kun-
nen deze bij Truma worden aangevraagd.
Technische gegevens
gemeten volgens EN 15033 resp. Truma-testcondities
Fabrikant
Truma Gerätetechnik GmbH & Co. KG
Postfach 1252
85637 Putzbrunn (München)
Duitsland
Veiligheidsklasse
IP21
Waterinhoud
10 liter
Pompdruk
max. 2,8 bar
Systeemdruk
max. 4,5 bar
Gassoort
Vloeibaar gas (propaan / butaan)
Werkdruk
30 mbar
Nominale thermische belasting
Q
= 1,5 kW (H
); 120 g/h; C
n
i
Opwarmtijd van ca. 15 °C tot ca. 70 °C
Gasstand: ca. 31 min.
Voeding
12 V
Stroomopname bij 12 V
Ontsteken:
0,25 A
Verwarmen: 0,21 A
Stand-by:
0,06 A
Gasverbruik in stand-by
ca. 70 W
Gewicht zonder waterinhoud
7,5 kg
Bestemmingslanden
AT, BE, BG, CH, CY, CZ, DE, DK, EE, ES, FI, FR, GB, GR, HR,
HU, IE, IS, IT, LI, LT, LU, LV, MT, NL, NO, PL, PT, RO, SE, SI,
SK, TR
E1 10R-05 2604
Technische wijzigingen voorbehouden!
; I
13
3B/P(30)