120
N e d e r l a n d s
F. ACHTERUIT RIJDEN
Wees extra voorzichtig wanneer u achteruit gaat rijden. Uw rolstoel is het meest
stabiel wanneer u vooruit rijdt. U kan de controle verliezen of kantelen wanneer
de achterwielen een hindernis raken en niet meer draaien.
G. DREMPELS, HELLINGEN EN HEUVELS
Wanneer u over een helling, met inbegrip van loopplanken of heuvels rijdt, zal
het evenwichtspunt van uw stoel wijzigen. Uw rolstoel is minder stabiel wanneer
hij schuin staat. Het is mogelijk dat de anti-tip wielen vallen of kantelen niet
vermijden.
V I . W a a r s c h u w i n g e n : V a l l e n e n K a n t e l e n
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING