Maak gebruik van elastische tussenlagen
wanneer deze bij het schuurmateriaal ter
beschikking gesteld worden en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het
gereedschap of de accessoires in acht! Zorg
ervoor dat de schijven beschermd zijn tegen
vet en stoten!
Schuurschijven dienen zorgvuldig, volgens
de aanwijzingen van de fabrikant, te worden
bewaard en gebruikt.
Doorslijpschijven mogen nooit worden ge-
bruikt voor het grofslijpen!
Doorslijpschijven mogen niet onderhevig zijn
aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en bevei-
ligd te zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp
van spaninrichtingen.
Grote werkstukken dienen voldoende te
worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroef-
draadinzet gebruikt, dan mag het einde van
de spindel de gatenbodem van het schuurge-
reedschap niet raken. Let erop dat de schroef-
draad in het inzetgereedschap lang genoeg is
om de spindellengte op te nemen.
De schroefdraad van het inzetgereedschap
moet bij de schroefdraad op de spindel
passen. Zie de technische gegevens voor de
lengte en de schroefdraad van de spindel.
Bij de bewerking, met name van metaal, kan zich
geleidende stof in de machine afzetten. Hierdoor
kan elektrische energie overgaan op de machi-
nebehuizing. Dit kan tijdelijk het risico van een
elektrische schok met zich meebrengen. Daarom
is het noodzakelijk om de machine tijdens het
draaien zeer regelmatig en grondig door de ach-
terste ventilatiesleuven uit te blazen met perslucht.
Hierbij moet de machine worden geborgd.
Het wordt aanbevolen om een stationaire
afzuiginrichting in te zetten en een lekstroom-
schakelaar (FI) voor te schakelen. Indien de
haakse slijper door de FI-veiligheidsschakelaar
is uitgeschakeld moet de machine gecontro-
leerd en gereinigd worden.
82
Overige veiligheidsaanwijzingen
Neem de voorschriften in acht die in uw land
voor de te bewerken materialen van toepas-
sing zijn.