NL
Algemene
veiligheidsinstructies
Belangrijk! Lees de gebruiks-
aanwijzing zorgvuldig. Be-
waar de gebruiksaanwijzing
om ze na te lezen.
Dit apparaat kan bij een
onoordeelkundig gebruik
ernstige verwondingen ver-
oorzaken. Om lichamelijke
letsels en materiële schade
te vermijden, leest u de on-
voorwaardelijk volgende vei-
ligheidsinstructies en neemt
u ze in acht en maakt u zich
goed met alle bedieningson-
derdelen vertrouwd.
Voorbereiding:
•
Dit apparaat is er niet voor be-
stemd, door personen (kinderen
inbegrepen) met beperkte fysie-
ke, zintuiglijke of geestelijke ca-
paciteiten of bij ontstentenis van
ervaring en/of bij gebrek aan
kennis gebruikt te worden, tenzij
ze onder het toezicht van een
voor hun veiligheid instaande
persoon staan of van deze per-
soon aanwijzingen krijgen, hoe
het apparaat te gebruiken is.
•
Geef nooit toestemming aan
kinderen of andere personen,
die de gebruiksaanwijzing niet
kennen, het apparaat te gebrui-
ken. Lokale bepalingen kunnen
de minimumleeftijd van de per-
soon, die het apparaat bedient,
vastleggen.
•
Maak nooit gebruik van het ap-
paraat terwijl andere mensen, in
het bijzonder kinderen, en huis-
dieren in de buurt zijn.
34
•
Op kinderen moet er toezicht uit-
geoefend worden om te vrijwaren
dat ze niet met het apparaat spe-
len.
•
De operator of gebruiker is enkel
voor ongevallen of schade aan
andere mensen of aan hun ei-
gendom verantwoordelijk.
•
Controleer het terrein, waarop
het apparaat gebruikt wordt, en
verwijder stenen, stokken, dra-
den of andere vreemde voorwer-
pen, die vastgegrepen en weg-
geslingerd kunnen worden.
•
Draag geschikte werkkledij zoals
vast schoeisel met slijpvrije zool
en een robuuste, lange broek.
Gebruik het apparaat niet als u
blootsvoets stapt of open sanda-
len draagt. Vermijd het dragen
van losse kledij of kledij met han-
gende touwtjes of ceinturen.
•
Voer telkens vóór gebruik een
visuele controle van het apparaat
door. Gebruik het apparaat niet
als beschermingsinrichtingen
(bijvoorbeeld stootbescherming
of grasvangzak), onderdelen
van de snoei-inrichting of bouten
ontbreken, versleten of bescha-
digd zijn. Ter preventie van een
onbalans mogen beschadigde
werktuigen en bouten slechts per
set uitgewisseld worden.
•
Wees voorzichtig bij apparaten
met meerdere snoeiwerktuigen,
omdat de beweging van een mes
tot een rotatie van de overige
messen kan leiden.
•
Gebruik enkel reserveonderde-
len en toebehoren, die door de
fabrikant geleverd en aanbe-
volen worden. Het gebruik van
vreemde onderdelen leidt tot het
onmiddellijke verlies van de ga-