11.4. Bedrading van netvoeding en capaciteit van apparatuur
Waarschuwing:
•
Zorg ervoor dat de gespecificeerde draden gebruikt worden zodat geen externe kracht uitgeoefend wordt op de klemaansluitingen.
Wanneer de aansluitingen niet stevig bevestigd zijn, kan dit verhitting of brand veroorzaken.
•
Let er op dat u de juiste soort overstroombeveiligingsschakelaar gebruikt. De geproduceerde overstroom zou namelijk voor een deel uit
gelijkstroom kunnen bestaan.
Voorzichtig:
•
De omgekeerde fase van de L-leidingen (L
en de N-leiding kan niet worden gedetecteerd.
- Sommige elektrische onderdelen kunnen worden beschadigd als het apparaat onder stroom wordt gezet en er zijn verkeerde verbindingen
gemaakt.
•
Een installatieruimte kan de bevestiging van een aardlekschakelaar vereisen. Wanneer geen aardlekschakelaar is aangebracht, kan dit
elektrische schokken veroorzaken.
•
Gebruik alleen onderbrekingsschakelaars en zekeringen met de juiste capaciteit. Het gebruik van een zekering, draad en koperdraad met
een te grote capaciteit kan storingen van het apparaat of brand veroorzaken.
Schematisch diagram voor bedrading (voorbeeld)
A Netvoeding (3 fasen, 4 aders) 380/400/415 Volt
B Schakelaar
C Buitenapparaat
D Aarde
Draaddikte voor netvoeding en Aan/Uit-capaciteiten (voorbeeld)
Hoofdkabel
Type
PUHY-400
10,0
PUHY-500
16,0
Hoofdkabel
Type
Alle typen
1. Gebruik voor het binnenapparaat en het buitenapparaat verschillende voedingsleidingen.
2. Houd rekening met de bedrijfsomstandigheden (heersende temperatuur, direct zonlicht, regenwater, etc.) als u de bedrading aanlegt en de aanslui-
tingen maakt.
3. Het gegeven doorsnedeoppervlakte van de draad is de minimumwaarde voor metalen leidingen. De dikte van de voedingsleiding dient u een maat
groter te nemen, om eventuele spanningsverlagingen op te vangen. Zorg dat het voltage nooit meer dan met 10% omlaagvalt.
4. Houd ook rekening met eventueel plaatselijk geldende regelingen wat betreft elektrische leidingen.
5. Voedingsleidingen van onderdelen of apparatuur voor buitengebruik dienen nooit lichter te zijn dan met polychloropeen geïsoleerd bedrading
(ontwerp 245 IEC57). Gebruik bijvoorbeeld YZW-bedrading.
, L
, L
) kan worden gedetecteerd (foutcode: 4103), maar de omgekeerde fase van L-leidingen
1
2
3
2
Minimale draaddikte (mm
)
Aftakking
Aarde
–
10,0
16,0
–
2
Draaddikte (mm
)
Aftakking
Aarde
1,5
1,5
1,5
E Netvoeding (Enkele fase) 220/230/240 Volt
F 1,5 mm
2
of meer
G Trekdoos
H Binnenapparaat
Onderbrekings-
Schakelaar (A)
schakelaar voor
bedrading
Capaciteit
Zekering
(NFB)
63
63
63
63
Onderbrekings-
Schakelaar (A)
schakelaar voor
bedrading
Capaciteit
Zekering
(NFB)
16
16
Aardlekschakelaar
75 A
75 A 100 mA 0,1 s of minder
Aardlekschakelaar
20 A
20 A 30 mA 0,1 s of minder
131