Monteren
• Plaats de machine op een tafel met de
beschermkap (3) naar boven gericht.
• Monteer de flens (9) op de as (8).
• Plaats de schijf (10) op de as (8).
• Houd de asvergrendelingsknop (1) ingedrukt
en draai de klemmoer (11) stevig vast op de as
(8) met behulp van de sleutel (12).
Verwijderen
• Plaats de machine op een tafel met de
beschermkap (3) naar boven gericht.
• Houd de asvergrendelingsknop (1) ingedrukt
en maak de klemmoer (11) los met behulp van
de sleutel (12).
• Verwijder de schijf (10) van de as (8).
• Houd de asvergrendelingsknop (1) ingedrukt
en draai de klemmoer (11) stevig vast met
behulp van de sleutel (12).
De zijgreep monteren (Afb. A en B)
• De zijgreep (7) kan in een van de drie
aansluitpunten (6) worden geschroefd.
3. BEDIENING
Verzeker uzelf ervan dat het werkstuk
goed gefixeerd of ondersteund is en hou
het netsnoer weg van het werkgebied.
In- en uitschakelen (Afb. A)
• Om de machine in te schakelen, houdt u de
ontgrendelingsknop (17) ingedrukt en drukt u
vervolgens de aan/uit-schakelaar (5) in.
• Om de machine uit te schakelen, laat u de aan/
uit-schakelaar (5) los.
Houd de machine weg van het werkstuk als u
de machine in- of uitschakelt. Anders wordt het
werkstuk mogelijk beschadigd door de schijf.
• Klem het werkstuk stevig vast of gebruik een
andere methode om ervoor te zorgen dat het
werkstuk kan bewegen kan komen terwijl u
aan het werk bent.
• Controleer de schijven regelmatig. Versleten
schijven hebben een negatief effect op de
efficiëntie van de machine. Vervang een schijf
tijdig door een nieuwe.
• Schakel na gebruik de machine eerst altijd uit
voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.
22
Afbramen (Afb. E)
Een schuine hoek van 30º tot 40º geeft bij
het afbramen het beste resultaat. Beweeg de
machine met een lichte druk heen en terug. Dit
voorkomt dat het werkstuk ontkleurt of te heet
wordt en groeven worden gevormd.
Gebruik nooit doorslijpschijven om
werkstukken af te bramen!
Doorslijpen (Afb. F)
Voor doorslijpwerkzaamheden moet een speciale
gesloten beschermkap worden gebruikt (niet
inbegrepen).
Houd stevig contact met het werkstuk om trillingen
te voorkomen; kantel de machine niet en oefen
geen druk uit terwijl u het werkstuk doorslijpt.
Oefen tijdens het werk een gemiddelde druk uit die
past bij het materiaal waaraan u werkt. Vertraag
schijven niet door een zijwaartse tegendruk uit te
oefenen. De richting waarin u wilt doorslijpen is
belangrijk. De machine moet altijd tegen de richting
van de snede in werken; u mag de machine dus
nooit in tegengestelde richting bewegen! Er
bestaat anders het risico van terugslag waardoor u
de controle over de machine verliest.
Aanwijzingen voor optimaal gebruik
• Klem het werkstuk vast. Gebruik een
kleminrichting voor kleine werkstukken.
• Houd de machine met beide handen vast.
• Schakel de machine in.
• Wacht totdat de machine op volle snelheid is.
• Plaats de slijpschijf op het werkstuk.
• Beweeg de machine langs het werkstuk,
waarbij de slijpschijf stevig tegen het werkstuk
wordt gedrukt.
• Oefen niet te veel druk uit op de machine. Laat
de machine het werk doen.
• Schakel de machine uit en wacht totdat de
machine volledig tot stilstand is gekomen
voordat u de machine neerlegt.