T T T T T oepassing
oepassing
oepassing
oepassing
oepassing
Voor de ontharding resp. gedeeltelijke ontharding van drinkwater in
meergezinswoningen, flats, ziekenhuizen enz. en van gebruikswater,
proces-, boiler-, koel- en airconditioningwater (conform de betreffende
voorschriften DIN 1988, deel 2 en 7) en voor het reduceren van
functiestoringen en schade door kalk in waterleidingen en daarop
aangesloten watergeleidende systeemcomponenten.
Functie
Functie
Functie
Functie
Functie
Rondomat Duo is een Duplex-onthardingsinstallatie overeenkomstig
het ionenuitwisselaarsysteem. De installatie werkt met zuilen die in korte
afstanden permanent wisselen. Deze werkwijze zorgt er enerzijds voor
dat er ook tijdens een regeneratieproces zacht water beschikbaar is,
anderzijds worden de stagnatietijden door het regelmatig wisselen der
NL
NL
NL NL
NL
zuilen tot een minimum gereduceerd. Hierdoor is de waterkwaliteit, wat
betreft de chemische en microbiologische parameters, van een
beduidend hogere kwaliteit dan bij conventionele wisselontharders.
Een regeneratie wordt volumetrisch (afhankelijk van de hoeveelheid
water) geactiveerd.
Middels het speciale zoutoplossings- en voorraadreservoir en een nieuw
solreservoir-snelvulsysteem (octrooi aangevraagd) kunnen zeer korte
zoutoplossingtijden en daarmee extreem korte regeneratie-intervallen
worden gerealiseerd.
Bij de inbedrijfname wordt de plaatselijk vastgestelde hardheid van het
onbehandelde water in de elektronica ingevoerd. Alle verder
installatieparameters zijn in de elektronica vastgelegd. Alle data betref-
fende het apparaat zijn van te voren ingesteld; de installatieparameters
kunnen worden opgevraagd. De restcapaciteit wordt in liters en als
balkdiagram weergegeven. Als de installatie in gebruik is wordt het debiet
in l/h weergegeven.
Extr
Extr
Extra alleen bij Duo-D
a alleen bij Duo-D
a alleen bij Duo-DV V V V V GW:
a alleen bij Duo-D
Extr
Extr
a alleen bij Duo-D
desinfecterende inrichting die tijdens de regeneratie het uitwisselhars
desinfecteert. Alle verbindingen aan de zijde van het onbehandelde water
zijn met behulp van verende, zelfsluitende kleppen afgesloten
(overeenkomstig de DVGW-norm). Hierdoor is de montage van een
systeem- of buisscheider niet nodig.
Verder voldoet de installatie aan de DVGW-testverordeningen, wat met
het DVGW-keurmerk gedocumenteerd wordt, en is bijzonder
economisch in verbruik.
Extra alleen bij Duo-I BOB:
Extra alleen bij Duo-I BOB:
Extra alleen bij Duo-I BOB:
Extra alleen bij Duo-I BOB: De installatie is met grotere, resp. twee
Extra alleen bij Duo-I BOB:
regenereermiddelreservoirs uitgerust om de navulintervallen te
verlengen.
Montagecondities
Montagecondities
Montagecondities
Montagecondities
Montagecondities
Neem de plaatselijke installatievoorschriften, algemene richtlijnen,
algemene hygiënevoorwaarden en technische specificaties in acht.
Onthardingsinstallaties mogen niet in installaties worden ingebouwd,
waarin het water voor brandblusdoeleinden beschikbaar wordt gesteld.
De storingsmelding (spanningspieken, hoogfrequente elektromagneti-
sche velden, storingsspanningen, spanningsschommelingen...) door
de elektrische installatie mag de maximale waarden die in EN 61000-6-4
worden aangegeven niet overschrijden.
Voor de montage van de onthardingsinstallatie moet het leidingnet
uitgespoeld worden.
96
96
96
96
96
GW:
GW: de installatie is voorzien van een
GW:
GW:
Het harde voedingswater moet altijd aan de voorschriften van de
drinkwaterverordening resp. de EU-richtlijn 98/83 EC voldoen. De som
van opgelost ijzer en mangaan mag niet boven 0,1 mg/l liggen. Het
harde voedingswater moet altijd vrij van luchtbellen zijn, evt. moet
harde voedingswater moet altijd vrij van luchtbellen zijn, evt. moet
harde voedingswater moet altijd vrij van luchtbellen zijn, evt. moet
harde voedingswater moet altijd vrij van luchtbellen zijn, evt. moet
harde voedingswater moet altijd vrij van luchtbellen zijn, evt. moet
er een ontluchter ingebouwd worden.
er een ontluchter ingebouwd worden
er een ontluchter ingebouwd worden
er een ontluchter ingebouwd worden
er een ontluchter ingebouwd worden
Voor de regeneratie mogen uitsluitend zouttabletten conform DIN EN
973 gebruikt worden.
De installatie moet een dusdanige capaciteit hebben dat er op basis van
de doorstroomhoeveelheid minstens een keer per dag een regeneratie
nodig is. Als er minder water afgetapt wordt bijv. tijdens vakantie, dient
een afsluitarmatuur gedurende minstens 5 minuten volledig geopend
worden, voordat het water weer gebruikt kan worden (DIN 1988 deel 4
en deel 8 en DIN EN1717). Leidingen die niet meer gebruikt worden
moeten van de drinkwaterinstallatie losgekoppeld worden.
Er moet in de stroomrichting, maximaal 1 m
een beschermend filter geïnstalleerd worden. Het filter moet goed wer-
ken, voordat het in de onthardingsinstallatie geïnstalleerd wordt. Alleen
dan kan voorkomen worden dat er vuil of gecorrodeerde producten in
de ontharder spoelen.
Er moet gecontroleerd worden of de installatie een mineraalstoffen-
doseerapparaat ter bescherming tegen corrosie nodig heeft.
Voor de opstelling van de installatie moet een plek worden uitgekozen,
die het mogelijk maakt de installatie eenvoudig op het water aan te
sluiten. Een afvoer (min. DN 50), een bodemafvoer en een gescheiden
aansluiting op het stroomnet (230 V/50 Hz) moeten in de onmiddellijke
nabijheid voorhanden zijn.
Als er geen bodemafvoer aanwezig is, moet er een afzonderlijke
veiligheidsinrichting (bijv. waterstop) gemonteerd worden.
De stroomverzorging (230 V/50 Hz) en de benodigde bedrijfsdruk
moeten permanent gewaarborgd kunnen worden. Een aparte
voorziening tegen watergebrek is niet voorhanden en moet – indien
gewenst – plaatselijk worden aangebracht.
De installatieplek moet vorstvrij zijn en de installatie beschermen tegen
chemicaliën, kleurstoffen, oplosmiddelen, dampen en hogere
omgevingstemperaturen.
Als het ontharde water voor menselijk gebruik bedoeld is als bedoeld in
de drinkwaterverordening, dan mag de omgevingstemperatuur niet hoger
zijn dan 25 °C.
Als het ontharde water uitsluitend voor technisch gebruik
Als het ontharde water uitsluitend voor technisch gebruik
Als het ontharde water uitsluitend voor technisch gebruik
Als het ontharde water uitsluitend voor technisch gebruik
Als het ontharde water uitsluitend voor technisch gebruik
bedoeld, dan mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn dan
bedoeld, dan mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn dan
bedoeld, dan mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn dan
bedoeld, dan mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn dan
bedoeld, dan mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn dan
40 °C.
40 °C.
40 °C.
40 °C.
40 °C.
De slang aan het veiligheidsverloop van het solreservoir en de
spoelwaterslang moeten hellend naar de afvoer worden geleid of in een
hefinstallatie worden geloosd.
Let op:
Let op:
Let op: Conform DIN 1988 moet de spoelwaterslang met minstens
Let op:
Let op:
20 mm afstand tot het hoogst mogelijke waterafvoerniveau worden
bevestigd (vrije afvoer).
Als het spoelwater in een hefinrichting geleid wordt, moet deze
geconstrueerd zijn voor een waterhoeveelheid van min. 2 m
35 l/min. Als de hefinrichting tegelijkertijd ook voor andere installaties
gebruikt wordt, moet de installatie, afhankelijk van de hoeveelheid
afgegeven water, een grotere capaciteit hebben.
De hefinstallatie moet zoutwaterresistent zijn.
De maximale bedrijfsdruk van de installatie mag niet overschreden
De maximale bedrijfsdruk van de installatie mag niet overschreden
De maximale bedrijfsdruk van de installatie mag niet overschreden
De maximale bedrijfsdruk van de installatie mag niet overschreden
De maximale bedrijfsdruk van de installatie mag niet overschreden
worden (zie tech. specificaties). . . . . Bij een hogere leidingdruk moet er vóór
worden
worden
worden
worden
de installatie een drukverminderaar worden ingebouwd.
Een minimale bedrijfsdruk is noodzakelijk voor de werking van de
Een minimale bedrijfsdruk is noodzakelijk voor de werking van de
Een minimale bedrijfsdruk is noodzakelijk voor de werking van de
Een minimale bedrijfsdruk is noodzakelijk voor de werking van de
Een minimale bedrijfsdruk is noodzakelijk voor de werking van de
installatie (zie tech. specificaties). . . . .
installatie
installatie
installatie
installatie
Bij drukschommelingen en drukstoten mag de som van drukstoot
Bij drukschommelingen en drukstoten mag de som van drukstoot
Bij drukschommelingen en drukstoten mag de som van drukstoot
Bij drukschommelingen en drukstoten mag de som van drukstoot
Bij drukschommelingen en drukstoten mag de som van drukstoot
en rustdruk niet hoger worden dan de nomunale druk, daarbij mag
en rustdruk niet hoger worden dan de nomunale druk,
en rustdruk niet hoger worden dan de nomunale druk,
en rustdruk niet hoger worden dan de nomunale druk,
en rustdruk niet hoger worden dan de nomunale druk,
de positieve drukstoot niet hoger zijn dan 2 bar en de negatieve drukstoot
niet lager dan 50% van de zich instellende stromingsdruk (zie DIN 1988
deel 2.2.4).
Als de hiervoor genoemde voorwaarden niet aangehouden worden,
kan de technische functie niet gegarandeerd worden.
Het
Het
Het
Het
1 m
1 m
1 m
1 m voor de onthardingsinstallatie
3
/h resp.