VEIlIGHEID
Aansluiten en reparatie
Veilig gebruik
• C ontroleer het toestel op transportschade. Sluit een beschadigd
toestel niet aan.
• De elektrische aansluiting moet voldoen aan de nationale en
lokale voorschriften.
• Wandcontactdoos en stekker moeten altijd bereikbaar blijven.
• Als u een vaste aansluiting wilt maken, moet u er voor zorgen
dat er een omnipolaire schakelaar met een contactafstand van
minimaal 3 mm in de toevoerleiding wordt aangebracht.
• Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer
op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan veilig
gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd.
• WAARSCHUWING: open nooit de behuizing van het toestel.
Alleen een service t echnicus mag het toestel openen.
• M aak het toestel spanningsloos voordat met de reparatie wordt
gestart.
• Defecte onderdelen mogen alleen vervangen worden door
originele onderdelen. Alleen van die onderdelen kan de fabrikant
garanderen dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
• Indien de aansluitkabel beschadigd is mag deze alleen worden
vervangen door de fabrikant, zijn serviceorganisatie of
gelijkwaardig gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke
situaties te voorkomen.
• WAARSCHUWING: dit apparaat en de toegankelijke delen
worden heet tijdens het gebruik. Zorg dat u de hete delen niet
aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt tenzij er
voortdurend op hen wordt gelet.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder, alsmede personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke
of mentale vermogens of met ontbrekende ervaring en kennis,
mits zij onder toezicht staan of instructies krijgen in veilig
gebruik van het apparaat en begrijpen wat de betreffende
gevaren zijn. Kinderen mogen niet spelen met het apparaat.
Kinderen mogen het apparaat niet reinigen of onderhouden als
zij niet onder toezicht staan.
• WAARSCHUWING: het is gevaarlijk voor onbevoegden om
reparaties uit te voeren waarbij het nodig is dat de behuizing
van het toestel geopend wordt. De behuizing beschermt tegen
het vrijkomen van microenergie.
NL 7