Akkupack In Das Fahrzeug Einsetzen Und Am Fahrtregler Anschließen; Fahrtregler Einschalten - Reely Cross Tiger II Bedienungsanleitung

Kontrollieren Sie die Anzeige der LEDs, ob die eingelegten Batterien/Akkus noch ausreichend voll sind.
• Wenn alle 3 LEDs leuchten, so sind die Batterien bzw. Akkus voll.
• Erlischt die grüne LED (es leuchten nur die rote und gelbe LED), so sind die Batterien bzw. Akkus schwach und
sollten bald ausgetauscht werden. Der Betrieb von Fernsteuerung und Fahrzeug ist bei diesem Batterie-/Akkuzu-
stand aber noch einwandfrei möglich.
• Wenn nur noch die rote LED leuchtet, so sind die Batterien bzw. Akkus leer und müssen gegen neue getauscht
werden. Beenden Sie den Betrieb des Fahrzeugs und schalten Sie das Fahrzeug und erst danach die Fernsteue-
rung aus. Wechseln Sie erst dann die Batterien bzw. Akkus in der Fernsteuerung gegen neue aus.
f) Akkupack in das Fahrzeug einsetzen und am Fahrtregler anschließen
Für das Fahrzeug ist ein herkömmlicher 6zelliger Racingpack (NiCd oder NiMH) erforderlich.
• Nehmen Sie einen der beiden Haltewinkel ab (vorher den Helteclip herausziehen). Anschließend kann der Akku-
pack eingeschoben werden (evtl. etwas schwergängig).
• Setzen Sie den Haltewinkel wieder auf und sichern Sie ihn mit dem Halteclip.
Um ein plötzliches Anlaufen des Antriebs und somit ein unkontrolliertes Losfahren des Fahrzeugs zu
verhindern (z.B. wenn die Trimmung für den Antrieb verstellt ist), setzen Sie das Fahrzeug auf eine geeig-
nete Unterlage (z.B. Startbox), damit sich die Räder frei drehen können und keinen Kontakt zum Boden
haben.
Fassen Sie niemals in den Antrieb hinein (Reifen, Achsen, Zahnräder/Ritzel, Kardanwelle), Verletzungs-
gefahr!
• Schalten Sie die Fernsteuerung ein.
• Schalten Sie den Fahrtregler am Fahrzeug aus (Schalterstellung „OFF",
Position des Schalters siehe Pfeil im Bild 2).
• Verbinden Sie jetzt den Akkupack mit dem Fahrtregler. Wenden Sie
beim Zusammenstecken keine Gewalt an; die Stecker sind verpolungs-
sicher gestaltet.
g) Fahrtregler einschalten
Kontrollieren Sie nochmals, ob die Fernsteuerung eingeschaltet und betriebsbereits ist und ob das Fahr-
zeug sich auf einer geeigneten Unterlage (z.B. Startbox) befindet, so dass sich die Räder frei drehen
können und keinen Kontakt zum Boden haben.
Bringen Sie den Schalter (siehe Bild 2) für den Fahrtregler in die Position „ON" (= eingeschaltet). Beachten Sie dabei
die Markierung am Schalter.
12
j) Het voertuig besturen
Bedien de hendel (13) voor de rijfunctie heel voorzichtig en rijd in het begin niet te snel totdat u vertrouwd
bent met de reacties van het voertuig op de bediening.
Maak geen snelle of plotselinge bewegingen met de hendel (13) of het draaiwieltje (8).
• Met het draaiwieltje (8) kunt u sturen. Net als bij een echte auto dient naar links draaien voor een bocht naar links,
rechts draaien voor een bocht naar rechts. Ev. moet de instelling van de servo reverse-schakelaar (3) gecorrigeerd
worden.
• Met de dual rate-regelaar (12) kunt u de stuurbegrenzing instellen. Dit betekent dat de draaicirkel verkleind of
vergroot kan worden. Bij langzame ritten zijn kleine draaicirkels van nut, bij snelle ritten maakt de tegenovergestelde
instelling een gevoeligere besturing mogelijk.
• De hefboom (13) is voor het vooruit/achteruitrijden. Als u de hefboom met uw wijsvinger in de richting van de greep
trekt (bij eerste pogingen enkel voorzichtig trekken!), moet het voertuig vooruit rijden. Als de hendel in de andere
richting geschoven wordt, rijdt het voertuig achteruit.
Eventueel moet de instelling van de servo reverse schakelaar (4) gecorrigeerd worden.
Bij de overgang van vooruit- naar achteruitrijden moet de hendel kort (ca. 1 seconde) in de middenpositie
staan (middenpositie = motor beweegt niet).
Als de hendel direct van vooruit- naar achteruitrijden gezet wordt, wordt het voertuig afgeremd (het voertuig
rijdt NIET achteruit).
Voorbeelden:
1. Hendel loslaten, voertuig loopt uit (resp. beweegt niet)
2. Vooruit rijden, gashendel in richting van de greep trekken
Bild 2
3. Vooruit rijden en dan remmen (het voertuig vertraagt; loopt niet langzaam uit), de gashendel zonder pauze van de
greep wegschuiven
4. Vooruit rijden en dan achteruit rijden (tussen de overgang kort wachten, ongeveer een seconde!)
Kort wachten
77