Optellen van afstanden
U kunt de gemeten afstanden optellen:
1.
Meet zoals beschreven de eerste afstand.
2.
Druk op de toets +/=
afstand wordt op de onderste regel weergegeven.
3.
Meet de volgende afstand. De nieuwe gemeten afstand wordt op de
bovenste regel weergegeven.
4.
Druk opnieuw op de toets +/=
bij de oude meetwaarde en op de onderste regel weergegeven.
5.
Herhaal stap 2 t/m 4 om nog meer meetwaarden op te tellen.
6.
Druk op de toets MODE
Alle waarden worden gewist.
Meten van oppervlakten
1.
Zet de functieschakelaar
2.
Druk eenmaal op de toets MODE
(length = lengte).
3.
Druk op de toets READ
schijnt de gemeten lengte en de „W" (width = breedte) begint te knipperen.
4.
Druk op de toets READ
verschijnt de gemeten breedte en op de onderste regel wordt het resultaat
weergegeven van de oppervlakteberekening.
Optellen van oppervlakten
1.
Meet een oppervlak, zoals beschreven in het hoofdstuk „Meten van oppervlakten".
2.
Druk op de toets M
oppervlak is opgeslagen.
3.
Druk op de toets MODE
4.
Meet het volgende oppervlak.
5.
Druk op de toets +/=
6.
Druk op de toets RM
weergegeven van de eerste meting.
7.
Druk op de toets +/=
resultaat wordt op de onderste regel weergegeven.
8.
Herhaal stap 2 t/m 7 om nog meer meetwaarden op te tellen.
9.
Druk op de toets MODE
Alle waarden worden gewist.
r
. Op het display
r
. De nieuwe meetwaarde wordt opgeteld
4
, als u de optelmodus wilt verlaten.
q
op „DISTANCE". Het display
4
. Op het display
6
, om de lengte te meten. Op de bovenste regel ver-
6
, om de breedte te meten. Op de bovenste regel
7
. Op het display
4
. Het apparaat is nu gereed voor de tweede meting.
r
. Op het display
w
. Op de onderste regel wordt het resultaat
r
. De beide metingen worden opgeteld en het
4
, als u de optelmodus wilt verlaten.
- 43 -
2
verschijnt „+" en de gemeten
2
2
knippert de „L"
2
verschijnt „M+". Het gemeten
2
verschijnt een „+".
wordt ingeschakeld.