Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een deskundige uit worden gevoerd.
Om kortsluiting en daaruit voortkomende schade aan het apparaat te voorkomen, moet tijdens
het aansluiten de negatieve pool (massa) van de accu afgeklemd worden.
Sluit de minpool van de accu pas weer aan, wanneer u het apparaat volledig aangesloten en de
aansluiting gecontroleerd heeft.
Gebruik voor de controle van de spanning bij boordspanningskabels alleen een voltmeter of
een diodetester, omdat normale controlelampen te hoge stromen opnemen en daardoor de
boordelektronica mogelijk kunnen beschadigen.
Let bij het leggen van leidingen op, dat deze niet ingeklemd worden of tegen scherpe kanten
aan schuren; gebruik bij doorvoeringen rubber kokers.
De bekabeling naar de luidsprekers toe moet telkens tweeaderig worden uitgevoerd. Isoleer
open verbindingspunten. Let op, dat kabels niet door scherpe kanten beschadigd kunnen
worden.
Gebruik uitsluitend luidsprekers met voldoende belastingscapaciteit (zie "Technische
gegevens").
Let op, dat alle luidsprekers juist gepoold zijn – de plus- en min-markering moet overeenkomen.
De aansluitkabels van de luidsprekers zijn normaal gesproken gecodeerd: Sommige
luidsprekerfabrikanten markeren de (+)-kabel met een extra gekleurde streep, anderen gebruiken
echter een geribbelde kabel voor de (+)-pool en voor de (-)-pool een gladde kabel.
Het apparaat werd voor gebruik aan luidsprekerimpedanties van minimaal 4 Ohm ontwikkeld.
Sluit in geen geval luidsprekers met een kleinere impedantie aan.
Bij de meeste voertuigen zijn de kabels voor de elektrische aansluiting en de aansluiting van de
luidsprekers al tot aan de geplande inbouwschacht gelegd.
Mocht dit niet het geval zijn, dan moet er op worden gelet dat de achteraf ingebouwde kabels via de
betreffende, geplande boordzekeringen (zie gebruiksaanwijzing van het voertuig) zijn beveiligd.
127