BEDIENING VAN HET MENGPANEEL
BEDIENING VAN HET MENGPANEEL
BASISBEDIENING
2
3
TRIM
4
HI, MID, LOW
5
6
1
Zet de POWER schakelaar op het achterpaneel op ON.
2
Stel de ingangskeuzeschakelaar voor het gewenste kanaal in
om de aangesloten apparatuur te kiezen
• CH1: Zet op [CD] of [LINE].
CH2: Zet op [CD] of [PHONO].
CH3/4: Zet op [LINE] of [PHONO].
3
Gebruik de TRIM regelaar om het ingangsniveau in te stellen.
4
Gebruik de kanaaltoonregelaars (HI, MID, LOW) om de klank
in te stellen.
5
Gebruik de kanaalfader-schuifregelaar om het
geluidsvolume van het gekozen kanaal in te stellen.
6
Om de kruisfader op het gekozen kanaal te gebruiken, zet u
de CROSS FADER ASSIGN schakelaar op kruisfaderkanaal A
of kanaal B en bedient dan de kruisfader-schuifregelaar.
• Wanneer u de kruisfader niet gebruikt, zet u de CROSS
FADER ASSIGN schakelaar op [THRU]
7
Gebruik de MASTER LEVEL regelaar om het totale
geluidsvolume in te stellen.
8
Gebruik de BALANCE regelaar om de geluidsbalans tussen
het rechter en linker kanaal in te stellen.
Microfoon-invoer
Hoofdtelefoon-uitvoer
[Kiezen van stereo of mono]
Als de MONO/STEREO schakelaar op [MONO] staat, zal de
1
POWER
hoofduitvoer een mono-combinatie van de L+R kanalen zijn.
[Microfoon-invoer]
7
1
MASTER
LEVEL
2
8
BALANCE
3
[Cabinemonitor-uitvoer]
1
[Hoofdtelefoon-uitvoer]
1
2
3
Cabinemonitor-
uitvoer
4
MONO/
STEREO
Fadercurve
Om een microfoon te gebruiken, zet u de MIC schakelaar op
[ON] of [TALK OVER].
• Als de schakelaar op [ TALK OVER ] wordt gezet, zal telkens
wanneer een geluid van meer dan –15 dB bij de microfoon-
ingang wordt gedetecteerd, de uitvoer van alle
geluidsbronnen, met uitzondering van het geluid van de
microfoon, met 20 dB verzwakt worden.
Gebruik de MIC 1 LEVEL regelaar om het geluidsvolume van
MIC 1 in te stellen en gebruik de MIC 2 LEVEL regelaar om het
geluidsvolume van MIC 2 in te stellen.
Gebruik de microfoontoonregelaars (HI, LOW) om de klank
van het microfoongeluid in te stellen.
• De microfoontoonregelaars werken gelijktijdig voor
microfoon 1 en 2.
Gebruik de BOOTH MONITOR LEVEL regelaar om het
geluidsvolume in te stellen.
• De BOOTH MONITOR LEVEL regelaar kan gebruikt worden
om het geluidsvolume onafhankelijk van de MASTER LEVEL
regelaar in te stellen.
Gebruik de HEADPHONES CUE toetsen (kanalen 1 tot 4,
MASTER, EFFECTS) om de bron te kiezen.
• De gekozen HEADPHONES CUE toets licht helder op.
Stel de hoofdtelefoonschakelaar (MONO SPLIT/STEREO) in.
• Wanneer de HEADPHONES CUE (1, 2, 3, 4 of EFFECTS)
toets is gekozen, wordt het gekozen geluid via het L-kanaal
weergegeven. Wanneer de HEADPHONES CUE (MASTER)
toets is gekozen, wordt het hoofdgeluid via het R-kanaal
weergegeven.
• Als de schakelaar in de [STEREO] stand wordt gezet, zal het
geluid dat gekozen is met de HEADPHONES CUE toets in
stereo worden uitgevoerd.
Als [MONO SPLIT] is gekozen, gebruik dan de MIXING
regelaar om de balans tussen het geluid van het linker kanaal
(het geluid gekozen met de HEADPHONES CUE toets) en het
rechter kanaal (hoofdgeluid – alleen wanneer de
HEADPHONES CUE toets voor de [MASTER] op ON staat) in te
stellen.
• Als de MIXING regelaar naar rechts wordt gedraaid (naar
[MASTER]), neemt het hoofdgeluid toe (alleen wanneer de
HEADPHONES CUE toets voor de [MASTER] op ON staat);
wanneer de regelaar naar links wordt gedraaid (naar [ CUE ]),
wordt het geluid dat gekozen is met de HEADPHONES CUE
toets uitgevoerd.
Gebruik de LEVEL regelaar om het geluidsvolume van de
hoofdtelefoon in te stellen.
13
Du