Wartung und Reinigung
Bis auf den Batteriewechsel und eine gelegentliche Reinigung ist
das Messgerät wartungsfrei. Das Gerät entspricht IP67 (staub- und
wasserdicht) und ist abwaschbar. Verwenden Sie zur Reinigung des
Gerätes keine scheuernde, chemische und lösungsmittelhaltige Rei-
nigungsmittel.
Batteriewechsel
Wird im Display das leere Batteriesymbol sichtbar, so müssen umge-
hendst die Batterien gewechselt werden, um Fehlmessungen zu ver-
meiden.
Zum Auswechseln der Batterien gehen Sie wie folgt vor:
- Schalten Sie das Messgerät aus
- Lösen Sie die rückseitigen Ge-
häuseschrauben und entfernen
Sie die Gehäuserückwand.
- Ersetzen Sie die verbrauchten
Batterien gegen neue des selben
Typs (Micro, Typ AAA).
- Achten Sie auf die richtige Pola-
rität. Beachten Sie die Kenn-
zeichnung im Batteriefach.
- Verschließen Sie das Messgerät
wieder sorgfältig in umgekehrter
Reihenfolge.
Das Gehäuse sowie die Gehäuseschrauben sind mit
Gummidichtungen
Zusammenbau darauf, dass diese sorgfältig einge-
setzt sind. Fehlende oder verkantete Gummidich-
tungen beeinträchtigen den Feuchtigkeitsschutz.
Das Gerät kann so durch Wasser zerstört werden.
16
versehen.
Achten
Sie
beim
Auto-Power-OFF-functie
Om de levensduur van de batterijen niet onnodig te verkorten, is de
automatische uitschakeling tijdens normale werking altijd actief. Het
meetapparaat wordt uitgeschakeld als gedurende ca. 30 minuten
geen toets is ingedrukt. Het meetapparaat kan na een uitschakeling
met de „power-toets" (3) weer worden ingeschakeld.
Om deze functie te deactiveren moet de „HOLD"-toets (4) tijdens
het inschakelen ingedrukt worden gehouden tot er een tweede sig-
naal klinkt. Na het loslaten wordt deze handeling door een tweevou-
dig geluidssignaal bevestigd. Het kloksymbool gaat uit. De functie
wordt bij het uitschakelen gedeactiveerd.
HOLD-functie
De actueel weergegeven meetwaarde wordt vastgehouden op het
display. De actieve functie wordt met „HOLD" op het display weer-
gegeven.
MAX MIN AVG functie
Bij continue meting worden tegelijkertijd de maximale, minimale en
gemiddelde waarde van de laatste 8 metingen vastgelegd. Deze
meetfunctie vereenvoudigt de bepaling van piekwaarden. De actie-
ve functie wordt met „MAX, MIN of AVG" op het display weergege-
ven.
Druk op de toets „MAX MIN AVG" (5) om de MAX-functie te active-
ren; de betreffende waarde wordt op het subdisplay weergegeven.
Door de toets opnieuw in te drukken gaat u verder naar de volgende
meetmodus (MIN / AVG).
Na vier keer indrukken knipperen de drie symbolen „MIN MAX AVG"
tegelijkertijd. Het vastleggen van alle parameters wordt voortgezet,
de actuele meetwaarde wordt weergegeven op het subdisplay.
Om deze functie uit te schakelen moet de toets „MAX MIN AVG" (5)
gedurende ca. 2 seconden worden ingedrukt. Het display gaat uit.
In de „MAX MIN AVG"-modus is geen „ΔREL"-referentiewaardeme-
ting en geen omschakeling van de meeteenheid (°C/°F) mogelijk.
61