Oproeptonen instellen en verzenden
Uw portofoon kan verschillende oproeptonen verzenden
naar andere portofoons in uw groep, zodat u kunt aangeven
dat u iets wilt zeggen. Uw portofoon heeft 20 oproeptonen
waaruit u kunt kiezen.
Een oproeptoon selecteren:
1. Druk op
Menu tot het pictogram
weergegeven. De huidige oproeptoon knippert.
2. Druk op
of
om de oproeptoon te wijzigen en te
beluisteren.
3. Druk op de PTT-toets om het menu te verlaten, of op
Menu om de portofoon verder in te stellen.
Als u uw oproeptoon wilt verzenden naar andere portofoons
stelt u uw apparaat in op hetzelfde kanaal en dezelfde
subcode. Druk vervolgens op
Easy Pairing
Met de functie Easy Pairing kan een groep
portofoongebruikers al hun portofoons op hetzelfde kanaal
en dezelfde subcode-instellingen snel en tegelijk
programmeren. Een portofoon binnen de groep kan worden
aangeduid als de "Leidersportofoon" en het kanaal en de
Sub-Code-instellingen ervan kunnen worden overgedragen
aan alle andere portofoons in de groep (Ledenportofoons).
1. Kies een van de portofoons als de "Leidersportofoon".
Op deze portofoon programmeert u het kanaal en de
subcode op de gewenste instellingen. (Zie de onderdelen
"Een kanaal selecteren" en "De subcode selecteren" in
deze gebruikershandleiding)
2. Om de combinatie van kanaal en subcode te kopiëren
naar alle andere "Ledenportofoons", houdt u de
de Ledenportofoons ingedrukt totdat u een pieptoon hoort.
Laat de knop na de piep los en wacht op de transmissie
van de Leidersportofoon.
Call Tone wordt
Call Tone.
knop op
Opmerking:
• U ziet het
pictogram op het scherm knipperen. Dit bevestigt dat
de portofoon in de modus Easy Pairing zit en wacht op het kanaal
en de Sub-code-instellingen van de Leidersportofoon. Alle
Ledenportofoons blijven 3 minuten in deze modus.
• In geval van een groep met veel portofoons moeten alle gebruikers
dit tegelijkertijd doen, zodat alle portofoons in één keer worden
geprogrammeerd.
3. Op de Leidersportofoon houdt u de
totdat u een dubbele pieptoon hoort.
Opmerking:
• De dubbele pieptoon geeft aan dat het kanaal en de Sub-Code-
instellingen van deze portofoon zullen worden verzonden, en
worden ontvangen en gekopieerd door alle andere
(Leden)portofoons.
• De Leidersportofoon moet deze overdracht uitvoeren wanneer
alle Ledenportofoons nog in de modus Easy Pairing zitten, anders
kan de transmissie niet worden opgehaald.
• Gebruikers moeten onthouden de knop op de Leidersportofoon
NIET los te laten tot de eerste (enkele) pieptoon, anders zal deze
portofoon een andere Ledenportofoon worden. Als dat gebeurt,
kunt u op PTT drukken om dit af te sluiten en de stappen
beschreven in 3 opnieuw uitvoeren.
• Als de Leidersportofoon op een kanaal tussen 9 en 16 is
ingesteld, dient u ervoor te zorgen dat op alle Ledenportofoons de
kanalen 9 tot 16 zijn geactiveerd.
• Als een Ledenportofoon met slechts 8 kanalen op kanaal 9 of
hoger wordt gekoppeld aan een Leidersportofoon, zal het
koppelen mislukken. Dit wordt aangegeven met drie korte
pieptonen en "Err" wordt kort weergegeven.
knop ingedrukt
79