a) Multimeter in- en uitschakelen
De multimeter wordt door de toets
tot het meetapparaat met een geluidssignaal wordt ingeschakeld. Om uit te schakelen drukt u
ca. 2 seconden op de toets tot het scherm uitdooft. Schakel het meetapparaat altijd uit als u
het niet gebruikt.
vóór ingebruikneming van het meetapparaat, moeten de meegeleverde batterijen
worden geplaatst. Het plaatsen en vervangen van de batterijen wordt in het hoofd-
stuk "Onderhoud en reiniging" beschreven.
b) Meting uitvoeren
De vC-13 herkent het op de meetpunten aanwezig meetsignaal en schakelt automatisch in de
juiste meetfunctie. Een manuele omschakeling is niet nodig.
De meetfuncties worden aan de hand van het meetsignaal automatisch door de multimeter in-
gesteld. De spanningsmeting volgt vanaf een spanningsniveau van >1 volt , <1 v activeert de
weerstandsmeting. De selectie van het meetbereik gebeurt bij alle meetfuncties automatisch.
Ook de omschakeling van AC/DC in het spanningsmeetbereik gebeurt automatisch door de
multimeter.
Voor het meten gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in. Het scherm geeft weer: "ALL".
- Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetstiften met elkaar te verbinden. Nu
moet zich een weerstandswaarde van ca. 0,005 kOhm instellen (de eigen weerstand van de
meetsnoeren).
- Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (batterij, schakeling, weer-
stand enz.). De rode meetstift komt overeen met de pluspool, de zwarte meetstift met de
minpool.
- De huidige meetwaarde wordt samen met de eenheid in de display weergegeven. De
respectievelijke schermweergaven verschillen naargelang van de meetfunctie.
- verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
78
in- en uitgeschakeld. Druk ca. 2 seconden op de toets