NEDERLANDS
46
Schakel de machine onmiddellijk uit nadat de werk-
zaamheden zijn beëindigd.
Rijd altijd met twee handen als de machine draait.
Houd de handgreep goed vast.
Wees erop bedacht dat de machine onverwachts
kan opspringen of naar voren schieten als deze op
ingegraven obstakels zoals grote stenen botst.
Zorg ervoor dat de machine niet overbeladen wordt.
Rijd met veilige snelheid en pas uw snelheid aan de
helling van het terrein, de situatie op de weg en de te
transporteren last aan.
Tijdens werkzaamheden met het apparaat niet ren-
nen. Loop langzaam en met aandacht.
Wees uitzonderlijk voorzichtig, als u zich omdraait en
de machine naar u toe trekt.
Wees altijd uiterst voorzichtig als u rijdt op steens-
lagwegen, grindpaden of veldwegen of als u deze
oversteekt. Wees altijd alert op verborgen gevaren of
verkeer.
Wees uiterst waakzaam bij werkzaamheden op bevro-
ren grond, omdat de machine hierbij kan wegglijden.
Als u voor- of achteruit op een helling rijdt, moet u er
altijd op letten dat het gewicht gelijkmatig verdeeld
is. Rijd altijd in de richting, parallel met helling (naar
boven of beneden) Om gevaarlijke situaties te voor-
komen mag u op de helling niet schakelen.
Bij het kantelen van de last uit de kantelbak wordt
het zwaartepunt van de last continu veranderd en
zal de toestand van het wegdek doorslaggevend zijn
voor de stabiliteit van de machine. Er zijn bijzondere
gevaren voor rupsbanddumpers die op zachte onder-
grond gebruikt worden en de last ervan, zoals bijv.
klei die aan de romp van de wagen kleeft.
Indien de machine abnormaal begint te vibreren,
schakel dan de motor uit en zoek onmiddellijk naar
de oorzaak. Vibraties zijn algemeen een waarschuw-
ing voor een gebruiksstoring.
Schakel de motor uit en neem ook de netstekker uit,
als de machine niet wordt gebruikt, wordt verlaten
of instel-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
worden uitgevoerd.
Overtuigt u zich bij het schoonmaken, repareren of
controleren dat de opnemer/het loopwiel evenals alle
bewegende onderdelen zijn gestopt.
Mineralenolieproducten niet met de huid, ogen en
kleding in aanraking brengen.
Veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik met
sneeuwruimschild
Laat bij extreme temperatuurverschillen de sneeu-
wfrees kort aan de omgevingstemperatuur aanpassen
voordat met het sneeuwruimen wordt begonnen. Het
direct beginnen met ruimwerkzaamheden kan anders
tot een voortijdige slijtage van de aandrijfas en andere
aanbouwonderdelen, zoals de rubberen lippen, leiden.
Wees extra voorzichtig, indien u op kiezelinritten,
-stoepen of -wegen werkt of deze kruist en blijf
voorzichtig i.v.m. het zicht op verborgen gevaren of
het verkeer.
Nadat u een vreemd voorwerp bent tegen gekomen,
schakel de motor uit, koppel de kabel van de bougie
af, controleer de sneeuwfrees grondig op schades en
repareer de schade voordat de sneeuwfrees weer in
gebruik wordt genomen.
Ruim geen sneeuw dwars op vlakten van hellingen.
Wees bijzonder voorzichtig, als u op hellingen van
richting verandert. Probeer geen steile hellingen te
ruimen.
Overbelast niet het vermogen van de machine,
doordat u probeert de sneeuw tijdens een te hoge
snelheid te ruimen.
Gebruik de machine nooit met hoge rijsnelheden op
glibberige oppervlakten. Wees voorzichtig tijdens het
achteruitrijden.
Gebruik de sneeuwfrees nooit zonder goed zicht
of goede verlichting. Houd altijd de machine en de
grepen vast. Loop, maar ren nooit.
Transport en opslag
Tijdens transport dient het apparaat tegen weg-
glijden en kantelen te worden geborgd.
Let er bij het transport op dat geen brandstof of olie
kan uitlopen.
Machine niet direct na het uitschakelen in gesloten
ruimten opslaan maat eerst buiten laten afkoelen.
Bewaar het apparaat in een droge ruimte.Bij lang-
durige opslag de machine slechts met lege tank
bewaren.
Stel de machine zo op dat deze zowel tijdens onder-
houd, reiniging, instelling, montage van toebehoren
of reserveonderdelen alsook bij opslag niet in bewe-
ging kan komen.
Beveilig de machine tegen wegrollen.
Symbolen
Opgelet!
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
Verbrandingsgevaar!
Waarschuwing voor gevaarlijke elektri-
sche spanning
Waarschuwing voor brandgevaarlijke
stoffen
Let op dat er zich geen personen in de
gevarenomgeving ophouden.
De minimale veiligheidsafstand bedraagt
5 m.