e) Diodetest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelin-
gen en componenten evenals andere meetobjecten
absoluut spanningsloos zijn.
Kies het meetbereik
Druk tweemaal op de MODE-toets
(3) om de functie van de akoesti-
sche doorgangstester te activeren.
Door nogmaals op de knop te druk-
ken, wordt de volgende meetfunctie
ingeschakeld.
- Op het display verschijnt het
diode-symbool.
- Controleer de meetdraden op
doorgang door beide meetstiften
met elkaar te verbinden. Nu moet
zich een waarde van ca. 0 mV
instellen.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (diode).
- Op het display wordt de doorlaatspanning in V weergegeven. Als
„OL" verschijnt, dan wordt de diode in sperrichting gemeten of is
de diode defect (onderbreking).
94
Zum Einschalten der RANGE-Funktion drücken Sie die Taste RAN-
GE (2). Die Anzeige „AUTO" verschwindet.
Jedes weitere Drücken schaltet in den nächst höheren Messbereich
und beginnt dann wieder beim Kleinsten.
Um „RANGE" wieder zu deaktivieren drücken Sie die Taste „RANGE"
(2) für ca. 2 s oder betätigen Sie den Bereichswahlschalter (8).
Diese Funktion ist im Messbereich Diodentest und Durchgangsprü-
fung nicht verfügbar.
Low imp.-Funktion
Die „Low Impedance"-Messung ermöglicht die Unterdrückung von
Phantomspannungen, wie sie in hochohmigen Messschaltungen
auftreten können.
Da bei dieser Messung der Innenwiderstand auf ca. 390 KOhm redu-
ziert wird und so den Schaltkreis geringfügig belastet, darf diese Funk-
tion nur bis max. 250 V und max. 3 Sekunden angewendet werden.
Diese Funktion ist nur im Spannungsmessbereich anwendbar.
Auto-Power-OFF
Die automatische Abschaltung schützt Ihr Gerät vor unnötigem Bat-
terieverbrauch. Im Normalbetrieb schaltet die Auto-Power-OFF
Funktion nach ca 15 Minuten das Messgerät aus.
Das DMM kann nach einer Abschaltung über die Tasten "MODE",
"RANGE", "HOLD" oder durch Betätigung des Drehschalters "auf-
geweckt" werden.
15