• Verwijder alle verpakkingsmaterialen van het
apparaat.
• Plaats het apparaat op een oppervlak dat egaal
en hittebestendig is.
• Zet de glazen kan op de verwarmingsplaat in
het apparaat.
• Open de filterhouder 8.
• Zet de filterinzet 2 er zo in, dat de koffiedoor-
loop 9 door de opening heen gaat.
• Zet de permanent filter 1 in de filterinzet 2.
• Sluit de filterhouder 8.
• Steek vervolgens de stekker in het stopcontact.
Bediening
Vóór de eerste ingebruikname
Let op!
• Vul het waterreservoir nooit met meer dan de totale
hoeveelheid leidingwater voor 12 kopjes.
Vul het waterreservoir nooit met minder water dan
voor 3 kopjes. Anders zou het koffiezetapparaat
beschadigd kunnen raken. Gebruik de
aanduiding van de watervulstand 5.
• Haal meteen na gebruik de stekker uit het stop-
contact. Alleen wanneer u de stekker uit het stop-
contact haalt, is het apparaat volledig stroomvrij.
• Vul het waterreservoir uitsluitend met leidingwater.
Anders kan het koffiezetapparaat beschadigd
raken.
1. Open de glazen kan en de waterreservoirdeksel 4.
2. Spoel de glazen kan zorgvuldig om met leiding-
water. Vul het waterreservoir met leidingwater.
Let erop, dat u het water langzaam in het water-
reservoir schenkt, zodat het water door de beide
openingen van het waterreservoir kan lopen.
Leeg het weer, doordat u het apparaat boven een
gootsteen voorzichtig omdraait en het leidingwater
uitgiet.
3. Vul de glazen kan met leidingwater voor 12
kopjes.
4. Vul het waterreservoir geheel met leidingwater.
5. Sluit het waterreservoir.
6. Zet de geleegde glazen kan op de
verwarmingsplaat.
7. Zet het koffiezetapparaat aan met de aan/
uit-knop 6 (I). Het geïntegreerde indicatielampje
brandt. Wacht totdat het koffiezetten afgesloten is.
8. Leeg de glazen kan.
9. Zet het koffiezetapparaat uit met de aan/
uit-knop 6 (O). Het geïntegreerde indicatie-
lampje dooft.
10. Wacht totdat het apparaat volledig afgekoeld
is en spoel de permanent filter 1 om.
Daarna kunt u het koffiezetapparaat gebruiken om
koffie te zetten met gemalen koffie.
Vullen met gemalen koffie
1. Zwaai de filterhouder 8 terzijde. De filterinzet 2
evenals de permanent filter 1 moeten ingezet zijn.
2. Doe met de maatlepel 7 gemalen koffie (grof
tot gemiddeld gemalen) in de permanent filter 1.
Opmerking:
doe er per kopje filterkoffie ca. één volle koffielepel
gemalen koffie in. Als de filterkoffie minder sterk moet
zijn, kunt u de hoeveelheid gemalen koffie per kopje
reduceren.
Opmerking:
als u gemalen koffie gebruikt die te fijn gemalen is,
raakt de permanent filter 1 verstopt, het water kan
niet meer doorlopen en het koffiezetapparaat loopt
over!
3. Sluit de filterhouder 8 en let erop, dat de koffie-
doorloop 9 in het midden boven de glazen kan
ligt.
- 12 -