Tijdstip
Handeling
dagelijks
Handspuitpistool
controleren
Controleer hoge-
drukslangen
Na 40 bedrijfsuren of
Dichtheid instal-
wekelijks
latie inspecteren
Conditie van de
olie controleren
Controleer de
oliestand
Werkdruk contro-
leren
Druktank contro-
leren
Zeef reinigen
maandelijks of na
Pomp controle-
200 bedrijfsuren
ren
Watertekortbe-
veiliging contro-
leren
Drukontlastklep
controleren
Vlotterklep con-
troleren
Slangklemmen
vasttrekken
elke zes maanden of
Olieverversing
na 1000 bedrijfsuren
Apparaat op
kalkbeschadigin-
gen controleren.
Klemmen vast-
draaien
Vlotterklep con-
troleren
jaarlijks
Veiligheidscon-
trole
66
Onderhoudsschema
Betrokken component
Handspuitpistool
Uitgangsleidingen, slangen
naar de apparatuur
gehele installatie
Oliepeilaanduiding aan de
pomp
Oliepeilaanduiding aan de
pomp
Manometer
Hogedrukpomp
Vuilreservoir
Hogedrukpomp
Vlotterschakelaar in het vlotter-
reservoir
Elektropneumatische kogel-
kraancombinatie voor start met
sterdriehoekschakelaar
Vlotterhouder
Alle slangklemmen
Hogedrukpomp
Geheel watersysteem
schakelkast
Vlotterhouder
gehele installatie
NL
Uitvoering
Controleer of het handspuitpistool lekvrij afsluit.
Controleer of de beveiliging tegen onbedoeld ge-
bruik goed functioneert. Vervang defecte hand-
spuitpistolen.
Inspecteer slangen op beschadiging. Vervang
defecte slangen direct. Kans op ongelukken!
Pomp, overstroomventiel en leidingsysteem op
ondichtheid controleren. Bij verlies van olie of lek-
ken van meer dan 3 druppels water per minuut
klantendienst hiervan op de hoogte stellen. Lek-
gaten vrijhouden.
Als de olie melkachtig is, dient het te worden ver-
vangen.
Controleer het oliepeil in de pomp. Indien nodig
olie (bestelnr. 6.288-016) bijvullen.
Bij een te hoge of te lage druk moet de oorzaak
opgespoord en opgelost worden (zie Hulp bij sto-
ringen).
Een defecte druktank kan herkend worden door
een verhoogde vibratie van de hogedrukpomp.
Defecte druktank vervangen.
Zie paragraaf "Zeef reinigen".
Pomp controleren op ondichtheid. Klantendienst
contacteren bij meer dan 3 druppels per minuut.
Vlotter van de watertekortbeveiliging ongeveer 5
seconden naar beneden duwen en de foutindica-
tie op de besturingsprintplaat controleren. Indien
nodig afzettingen verwijderen.
Bij een correctie functie moet de motor binnen 2
seconden het volledige toerental bereikt hebben.
Eventuele afzettingen in de klep verwijderen.
Waterspiegel moet 40 mm onder de overloop lig-
gen. Bij een gesloten vlotterklep mag geen water
aan de overloop ontsnappen.
Slangklemmen met draaimomentsleutel aan-
draaien. Draaimoment tot 28 mm nominale dia-
meter = 2 Nm, vanaf 29 mm = 6 Nm.
Olie aftappen. 1 liter verse olie (bestelnr. 6.288-
061.0) bijvullen. Vulpeil controleren aan de olie-
peilindiactie.
Functionele storingen van ventielen of pompen
kunnen wijzen op verkalking. Eventueel ontkal-
ken.
Alle klemmen van de componenten in het hoofd-
stroomcircuit vastdraaien.
Waterspiegel moet 40 mm onder de overloop lig-
gen. Bij een gesloten vlotterklep mag geen water
aan de overloop ontsnappen.
Veiligheidscontrole volgens de richtlijnen voor
vloeistofsproeiers.
8
-
door wie
Exploitant
Exploitant
Exploitant/
klantendienst
Exploitant
Exploitant
Exploitant
Exploitant/
klantendienst
Exploitant
Exploitant
Exploitant
Exploitant/
klantendienst
Exploitant
Exploitant
Exploitant
Voor ontkal-
king inge-
werkte bedie-
ner
Vakkundige
elektricien
Klantenser-
vice
Deskundige