A/V-componenten bedienen
Druk op de betreffende toetsen op de afstandsbediening
om uw A/V-componenten te bedienen.
U kunt de functies die op het scherm worden weergegeven,
selecteren met de labelkeuzetoetsen die bij elke functie horen.
U kunt de functies die op het scherm worden weergegeven,
wisselen door herhaaldelijk op de SCROLL-toets te drukken.
Voorbeeld: een televisie bedienen
1
Druk op de TV-toets.
De afstandsbediening staat in de wachtstand voor het
bedienen van de televisie.
2
Druk op de 1-toets (aan/uit).
De televisie wordt ingeschakeld.
3
Druk op de toetsen voor de gewenste
handeling.
Wanneer een signaal wordt verzonden, wordt
weergegeven. U kunt ook andere toetsen gebruiken, zoals
de toetsen 2 (volume) +/–, PROGRAM +/–, %
(dempen), de cursortoetsen en de MENU-toets. Zie ook
"Overzicht van vooraf ingestelde functies" (pagina 34)
voor de functies van de toetsen voor elke broncomponent.
Tip
Als de afstandsbediening niet naar behoren werkt, controleert u
de functie van de toets met de labelfunctie (pagina 11) of
programmeert u de signalen met de aanleerfunctie (pagina 12).
Informatie over de z/REC-toets (opname)
Om fouten te voorkomen, verzendt de afstandsbediening
alleen signalen met de z/REC-toets (opname) als de
toets langer dan 2 seconden wordt ingedrukt.
10
NL
z/REC-toets
(opname)
Het volume regelen
Druk op de 2 (volume) +/–-toetsen om het volume aan
te passen. Druk op de %-toets (dempen) om het geluid
tijdelijk uit te schakelen. Wanneer u een visuele
component selecteert, wordt het volume van de televisie
geregeld. Wanneer u een audiocomponent selecteert,
wordt het volume van de versterker geregeld.
Zie "Het volume regelen van de visuele componenten die
zijn aangesloten op een audiocomponent" op pagina 23
voor informatie over het wijzigen van de instelling van
de volumeregeling.
Opmerking
Als u afstandsbedieningssignalen onder de volumetoetsen van de
televisie of versterker programmeert met de aanleerfunctie
(pagina 12), verzenden deze toetsen het aangeleerde signaal ook
om andere componenten dan een televisie of versterker te
bedienen.
Als u afstandsbedieningssignalen onder de volumetoetsen van
andere componenten dan een televisie of versterker
programmeert, verzenden deze toetsen het aangeleerde signaal
om de A/V-component te bedienen in plaats van het volume van
de televisie of versterker.
2 (volume)
+/–-toetsen
%-toets
(dempen)