Het menu
PROG.
Speciale effecten voor beelden of
aanvullende functies voor opnemen/
afspelen (B EFFECT/SLIDE SHOW/INT.OPN.
-ST, enzovoort)
De standaardinstellingen zijn aangeduid
met .
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de items zijn geselecteerd.
Zie pagina 34 voor meer informatie
over het selecteren van menu-items.
FADER
U kunt de volgende effecten toevoegen aan
beelden die u op dit moment opneemt.
Selecteer het gewenste effect en raak
aan.
Als u [OVERLAP], [OVERLOOP] of
[PUNT FADER] selecteert, wordt het
beeld op de band opgeslagen als stilstaand
beeld. (Tijdens het opslaan van het beeld
wordt het scherm blauw.)
Druk op REC START/STOP.
De faderaanduiding stopt met knipperen en
verdwijnt als het faden is voltooid.
Als u de bewerking wilt annuleren, raakt u
[UIT] aan in stap
.
STBY
Uitfaden
FADER WIT
FADER ZWART
MOZ. FADER
BEELD
OPN
Infaden
MONOTOON
Bij het infaden wordt het beeld langzaam
gewijzigd van zwart-wit in kleur. Bij
het uitfaden wordt het beeld langzaam
gewijzigd van kleur in zwart-wit.
OVERLAP (alleen infaden)
OVERLOOP (alleen infaden)
PUNT FADER (alleen infaden)
De beeldzoeker gebruiken
U kunt [BELCHT] en [FADER] aanpassen
wanneer u de beeldzoeker gebruikt door het
LCD-scherm 180 graden te draaien en dit
vervolgens te sluiten met het venster naar
buiten gericht.
Controleer of het lampje CAMERA-TAPE
of CAMERA-MEMORY gaat branden.
Sluit het LCD-scherm met het venster naar
buiten gericht.
wordt weergegeven.
Raak
aan.
[LCD uit?] verschijnt op het scherm.
Raak [JA] aan.
Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld.
Raak het LCD-scherm aan terwijl u de
weergave in de beeldzoeker controleert.
[BELCHT], enzovoort worden
weergegeven.
Raak de toets aan die u wilt instellen.
[BELCHT]: pas dit aan met
raak
aan.
[FADER]: raak deze optie herhaaldelijk aan
om het gewenste effect te selecteren (alleen
als het lampje CAMERA-TAPE brandt).
: het LCD-scherm wordt
ingeschakeld.
Als u de toetsen wilt verbergen, raakt u
aan.
/
en
47
Wordt vervolgd