Reiniging van een ruimte
Afbeelding
Stel het station in de ruimte die gerei-
nigd moet worden op, bijvoorbeeld zo-
als in de afbeelding wordt getoond.
Instructie: Het aanpassen aan ruimtes
van wisselende grootte is mogelijk door
de keuze van de reinigingsduur (zie
Hoofdstuk "Reinigingsduur kiezen").
Reiniging van een etage
Afbeelding
Kies de plaats voor het opstellen van
het station zo, dat voor de reinigingsro-
bot het bereiken van meerdere ruimtes
vergemakkelijkt wordt.
Instructie: Stel de benodigde reini-
gingsduur in (zie Hoofdstuk "Reini-
gingsduur kiezen").
Let op:
Bij galerijen en trappen moeten binnen-
hoeken afgeschermd worden, voor het ge-
val de doorrijdhoogte onder het gebied
groter dan 10 cm is.
Instructie: Kamerovergangen met een af-
stapje tussen 2 en 8 cm rijdt de reinigings-
robot wanneer hij in werking is normaal
gesproken af, maar niet op.
Voorbereidingen voor de reiniging
Let op:
Voordat de reinigingsrobot gaat werken
ervoor zorgen dat geen hindernissen op
de vloer, tegen trappen of afstapjes liggen.
Hindernissen kunnen bijvoorbeeld
zijn:
–
Kranten, boeken, tijdschriften, papier
–
Kleding, speelgoed, cd's
–
Plastic zakken
–
Flessen, glazen
–
Gordijnen die tot op de vloer hangen
–
Badmatjes
52
Gebruik
Geen hindernissen zijn bijvoorbeeld:
–
Afzonderlijke snoeren in de ruimte
–
Drempels tot 1 cm hoogte
–
Tapijtfranjes korter dan 10 cm
Tips en handigheidjes
Houd de reinigingsrobot in de gaten bij
de eerste reinigingswerken. Hindernis-
sen in de ruimte die hij niet aankan,
moet u voortijdig verwijderen. Zo ver-
mijdt u ongewenste onderbrekingen.
Ruim voor de inzet van de reinigingsro-
bot precies zo op, alsof u zou stofzui-
gen. Laat geen losse voorwerpen op de
vloer liggen.
Bind omlaag hangende kabels, snoeren
of gordijnen op, om te vermijden dat ze
omlaag getrokken worden.
Let erop, dat de accu helemaal geladen
is, wanneer u het apparaat langer dan 4
maanden opbergt.
Stel op het station "Stille werking (Quiet
mode)" in, wanneer u tijdens het televi-
siekijken of telefoneren niet gestoord
wilt worden.
Let erop, dat bij het reinigen van een
ruimte alle deuren gesloten zijn.
Let bij het reinigen van een etage erop,
dat de reinigingsrobot niet achter deu-
ren kan komen.
Het beste tijdstip voor het uitschakelen
van de reinigingsrobot is, wanneer deze
zich in het station bevindt om opgela-
den te worden (na het leegzuigen van
het vuilreservoir).
Om u met de RoboCleaner nog meer ver-
trouwd te maken raden wij u aan, voor inge-
bruikname aan het hoofdstuk "Vaak
gestelde vragen en antwoorden daarop"op
het einde van de gebruiksaanwijzing aan-
dacht te schenken.
– 9
NL