Bedieningspaneel; Let Op Omgevingstemperatuur En Beluchting - Siemens GS..D11 Gebrauchsanleitung

nl

Bedieningspaneel

Afb. 2
1 Temperatuurregelaar
Om de temperatuur in de
diepvriesruimte in te stellen:
temperatuurkiezer met een munt
draaien.
Stand 1: warmste temperatuur
Stand 7: koudste temperatuur
2 Toets Aan/Uit
Het groene controlelampje geeft aan
dat het apparaat is ingeschakeld.
3 Supertoets
Om het supervriessysteem in en uit
te schakelen.
Het gele controlelampje geeft aan dat
het systeem is ingeschakeld.
Om het supervriessysteem uit te
schakelen de toets opnieuw
indrukken.
4 Indicatie alarm
Het rode controlelampje brandt als
het in de diepvrieskast te warm is
waardoor de diepvrieswaren kunnen
ontdooien.
Het kan zonder gevaar voor de
diepvrieswaren tijdelijk branden:
S bij het in gebruik nemen van het
apparaat
S Bij het inladen van grote
hoeveelheden verse levensmiddelen
S Als de deur van de diepvriesruimte
te lang openstaat
S Als de temperatuurkiezer op een
hoger cijfer (koudere temperatuur)
wordt gezet
54
5 Alarmtoets
(niet bij alle modellen)
Het alarmsignaal is te horen en
tegelijkertijd brandt de rode
alarmindicatie. Het signaal gaat uit als
het rode controlelampje uitgaat of als
de alarmtoets wordt ingedrukt.
Let op omgevings
temperatuur
en beluchting
De klimaatklasse staat aangegeven op het
typeplaatje. Hiermee wordt aangegeven
bij welke omgevingstemperatuur het
apparaat gebruikt kan worden. Het
typeplaatje bevindt zich links onderaan in
het apparaat.
klimaatklasse toelaatbare
omgevingstemperatuur
+10 °C tot 32 °C
SN
+16 °C tot 32 °C
N
+18 °C tot 38 °C
ST
+18 °C tot 43 °C
T
Beluchting
Afb. 3
De lucht aan de achterwand van het
apparaat wordt verwarmd. De verwarmde
lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de
koelmachine meer presteren waardoor
het energieverbruik toeneemt.
De be en ontluchtingsopeningen mogen
dan ook nooit worden afgedekt!