Nederlands
1
1 2
/
2
1 2
/
Afstand tot de volgende werkplek
minimaal 2 1/2 boomlengte.
Velrichting en vluchtwegen vastleggen
De open plek kiezen waar de boom kan
vallen.
Hierbij letten op:
De natuurlijke hoek waaronder de
–
boom staat
Buitengewoon sterke takvorming,
–
asymmetrische groei, beschadigd
hout
Windrichting en -snelheid – bij
–
sterke wind niet vellen
Hellingrichting
–
Naast staande bomen
–
Sneeuwbelasting
–
De conditie van de boom – bijzonder
–
voorzichtig te werk gaan bij een
beschadigde stam of dood hout
(dor, vermolmd of dood hout)
12
1
A
A
Velrichting
B
vluchtweg (analoog
ontsnappingsweg)
Vluchtweg voor elk van de
–
deelnemers vastleggen –
ca. 45° schuin tegen de velrichting
in
Vluchtweg begaanbaar maken,
–
hindernissen opruimen
Gereedschap en apparaten op
–
veilige afstand neerleggen – maar
niet op de vluchtwegen
Tijdens het vellen altijd aan de
–
zijkant van de stam staan en alleen
zijwaarts de vluchtweg inlopen
Vluchtwegen op steile hellingen
–
evenwijdig aan de helling
aanbrengen
Tijdens het teruglopen op vallende
–
takken en op de kroon letten
Werkgebied bij de stam voorbereiden
Storende takken, struikgewas en
–
obstakels uit het werkgebied
rondom de stam verwijderen –
veilige plek voor alle medewerkers
De voet van de stam grondig
–
45°
schoonmaken (bijv. met de bijl) –
zand, stenen en andere dan houten
voorwerpen zorgen ervoor dat de
zaagketting bot wordt
45°
Grote worteluitlopers inzagen: eerst
–
de grootste worteluitloper – eerst in
verticale richting, vervolgens in
horizontale richting – alleen bij
gezond hout
MS 311, MS 391