4. Draai de kettingspanschroef 17 met het instelge-
reedschap 13 met de wijzers van de klok mee tot
de juiste kettingspanning bereikt is. Hierdoor
wordt het zwaard 10 over de kettingspanbout 16
bewogen.
5. De zaagketting 9 is correct gespannen wanneer
deze in het midden ca. 5 – 10 mm kan worden op-
getild. Dit moet met één hand gebeuren door het
omhoogtrekken van de zaagketting tegen het ei-
gen gewicht van de machine.
6. Wanneer de zaagketting 9 te sterk is gespannen,
moet de kettingspanschroef 17 tegen de wijzers
van de klok in worden gedraaid. Span de ketting
na indien nodig zoals beschreven.
7. Draai de bevestigingsmoer 14 met de gereed-
schapsleutel stevig vast.
Kettingsmering
A
B
Belangrijk: De kettingzaag wordt niet met
zaagkettinghechtolie gevuld geleverd. Het
is belangrijk om de kettingzaag voor ge-
bruik met olie te vullen. Het gebruik van de
kettingzaag zonder zaagkettinghechtolie
of bij een oliepeil onder de minimummar-
kering leidt tot beschadiging van de ket-
tingzaag.
De levensduur en de snijcapaciteit van de ketting
hangt af van de optimale smering. Daarom wordt tij-
dens het gebruik de zaagketting door middel van de
oliesproeier 19 automatisch met zaagkettinghecht-
olie gesmeerd.
Olietank vullen:
– Plaats de kettingzaag met de olietankdop 4 naar
boven op een geschikte ondergrond.
– Maak met een doek de omgeving van de olie-
tankdop 4 schoon, schroef de dop los en verwij-
der deze.
– Vul de olietank met biologisch afbreekbare
Bosch-zaagkettinghechtolie.
– Let erop dat er geen vuil in de olietank terecht-
komt. Breng de olietankdop 4 weer aan en sluit
af.
Belangrijk: Om uitwisseling van lucht tus-
sen olietank en omgeving mogelijk te ma-
ken, zijn er kleine openingen in de olie-
tankdop. Zet de zaag, wanneer u deze niet
gebruikt, altijd horizontaal neer, om uitlo-
pen van olie te voorkomen (olietankdop 4
wijst omhoog).
Gebruik uitsluitend de geadviseerde, biologisch
afbreekbare hechtolie om beschadiging van de
kettingzaag te voorkomen. Gebruik nooit gere-
cyclede olie of oude olie. Bij gebruik van
niet-toegelaten olie vervalt de garantie.
83 • F 016 L70 721 • 10.02
Ingebruikneming
Let op de netspanning! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje. Met 230 V aangeduide machines
kunnen ook worden gebruikt met een spanning van
220 V.
Inschakelen
Houdt de kettingzaag vast zoals beschreven bij
„Werkzaamheden met de kettingzaag".
Druk de inschakelblokkering 3 in, druk vervolgens
de aan/uit-schakelaar 2 door en houd deze in deze
stand vast. De inschakelblokkering 3 kunt u nu los-
laten.
Uitschakelen
Laat de aan/uit-schakelaar 2 los.
Na het zagen mag de kettingzaag niet worden ge-
stopt door het bedienen van de voorste handbe-
scherming (activeren van de terugslagrem).
Terugslagrem
D
De kettingrem is een beschermingsmechanisme
dat bij terugslag van de machine wordt geactiveerd
door het naar voren duwen van handbescherming 5.
De ketting stopt binnen korte tijd.
Voer van tijd tot tijd een functietest uit. Schuif de
voorste handbescherming 5 naar voren (positie
en schakel de kettingzaag kort in. De ketting mag
niet aanlopen. Als u de kettingrem weer wilt ontgren-
delen, laat u de aan/uit-schakelaar 2 los en trekt u
de voorste handbescherming 5 terug (positie
Werkzaamheden met de
kettingzaag
Voor het zagen
Voor de ingebruikneming en regelmatig tijdens het za-
gen moeten de volgende controles worden uitgevoerd:
– Verkeert de kettingzaag in een functieveilige toe-
stand?
–
Is de olietank gevuld? Controleer de oliepeil-
B
aanduiding 26 voor de werkzaamheden en regel-
matig tijdens de werkzaamheden. Vul olie bij
wanneer het oliepeil de onderkant van het peil-
glas bereikt heeft. De vulling is voldoende voor
ca. 15 minuten, afhankelijk van de pauzes en de
intensiteit van de werkzaamheden.
– Is de ketting juist gespannen en scherp genoeg?
Controleer de kettingspanning tijdens het zagen
elke 10 minuten. In het bijzonder bij nieuwe zaag-
kettingen moet met vergroting worden gerekend.
De toestand van de zaagketting beïnvloedt de
zaagcapaciteit in belangrijke mate. Alleen scherpe
kettingen beschermen tegen overbelasting.
Nederlands - 6
)
).