PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEMEN OPLOSSEN
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
Symptoom
Symptoom
Er komt damp uit de binnenunit.
Tijdens werking klinkt er geluid van stromend water. • Stromend koelmiddel in het apparaat.
De ruimte heeft een vreemde geur.
De binnenventilator stopt af en toe wanneer de
ventilatorsnelheid is ingesteld op automatisch.
De lucht stroomt zelfs nog verder nadat het bedrijf
reeds gestopt is.
Het apparaat begint pas na enkele minuten
vertraging nadat het opnieuw is opgestart.
Er komt water/stoom uit de buitenunit.
Timerindicator is altijd aan.
AAN/UIT-indicator knippert tijdens werking en de
ventilator van de binnenunit is gestopt.
De binnenventilator stopt af en toe tijdens
verwarmen.
De AAN/UIT-indicator knippert voordat de unit wordt
ingeschakeld.
Krakend geluid tijdens bedrijf.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Symptoom
Symptoom
Verwarmings-/Koelingswerking werkt niet effi cient.
Luidruchtig tijdens werking.
Afstandsbediening werkt niet.
(De display is gedimd of het transmissiesignaal is
zwak.)
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat ontvangt geen signaal van de
afstandsbediening.
De PATROL-functie werkt niet.
Patrol sensor of e-ion indicator op de binnenunit
fl ikkert.
De unit stopt en de timer indicator fl ikkert.
De unit stopt en de timer indicator fl ikkert.
Laat de foutcode verschijnen met behulp van de afstandsbediening.
Houd de knop
1
5 seconden
ingedrukt.
Druk op de knop
3
om de controle te
stoppen.
4
Schakel het apparaat uit en geef de storingscode door aan een bevoegde installateur.
Oorzaak
Oorzaak
• Condensatie door koelproces.
• Dit is mogelijk een geur van vochtigheid die afkomstig is van de muur, het tapijt,
meubels of kleding.
• Zo verdrijft u de omgevingsgeuren.
• Extractie van de resterende warmte uit de binnenunit (hoogstens 30 seconden).
• De vertraging dient ter bescherming van de compressor van de unit.
• In de leidingen vindt condensatie of verdamping plaats.
• Nadat de timer is ingesteld, worden de instellingen dagelijks uitgevoerd.
• De unit staat in de ontdooiingstand en het gesmolten ijs wordt via de buitenunit
afgevoerd.
• Onbedoeld koelen voorkomen.
• Dit is een initiële stap tijdens de voorbereiding voor werking wanneer de ON timer
is ingeschakeld.
• Temperatuurveranderingen veroorzaken expansie of contractie van het apparaat.
Controleer
Controleer
• Stel de temperatuur correct in.
• Sluit alle deuren en ramen.
• Maak de fi lters schoon of vervang ze.
• Verwijder elke obstructie bij de lucht in- en uitlaatopingen.
• Controleer of de unit is geinstalleerd op een helling.
• Sluit het voorpaneel correct.
• Plaats de batterijen correct.
• Vervang zwakke batterijen.
• Controleer of de stroomonderbreker ontkoppeld is.
• Controleer of de timers zijn ingesteld.
• Controller, of de ontvanger niet geblokkeerd wordt.
• Het een en ander fl uorescerend licht kan eventueel de signaalzender storen.
Consulteer a.u.b. een bevoegde installateur.
• Houd
gedurende 15 seconden ingedrukt, totdat een pieptoon te horen
is en druk dan opnieuw op
• Druk twee keer op
of op
indicator nog steeds knipperen, moet u een bevoegde installateur om raad vragen.
Houd de knop
2
ingedrukt totdat u een
pieptoon hoort en
noteer de foutcode.
.
. Indien de surveillancesensor of de e-ion
Opmerking:
• Bij bepaalde fouten kunt u de
unit opnieuw opstarten met
beperkte functies, er klinken
dan 4 piepgeluiden bij het
opstarten.
49