Gebruikte symbolen
Symbool wijst op mogelijke gevaren.
Aanwijzing met informatie en tips.
Veiligheidsaanwijzingen
Reparaties mogen enkel door vakmensen worden
uitgevoerd!
Om transportschade te voorkomen, mag het apparaat uit-
sluitend na overleg met het Truma servicecentrum worden
verzonden.
Vóór het openen van de behuizing moet de spanning alpolig
worden vrijgeschakeld.
Contactverbrekers en aansluitleidingen mogen uitsluitend
door vakmensen worden vervangen.
De contactverbreker 230 V, T 5 A H (traag) – bevindt zich op
de elektronische besturingsunit in het toestel en mag uitslui-
tend vervangen worden door een contactverbreker van het-
zelfde type.
Garantie en claims i.v.m. aansprakelijkheid komen in onder-
staande gevallen te vervallen:
–
veranderingen aan het apparaat (met inbegrip van
toebehoren),
–
gebruik van andere dan originele Truma-onderdelen als ver-
vangende onderdelen of toebehoren,
–
het niet opvolgen van de montage- en gebruiksaanwijzing.
Bovendien vervalt hierdoor de gebruikstoelating voor het ap-
paraat en in sommige landen ook voor het voertuig.
Het koelcircuit bevat het koelmiddel R 407C en mag alleen in
de fabriek worden geopend.
De luchtinlaten / luchtuitlaten aan de externe unit en de lucht-
verdeler mogen in geen geval worden belemmerd. Wij verzoe-
ken u dit in acht te nemen, zodat een foutloze werking van uw
toestel wordt gegarandeerd.
Om beschadigingen aan de compressor te voorkomen, mo-
gen bij werking van het toestel gedurende de rit (b.v. met
generator of spanningsomvormer) geen stijgingen of dalingen
van meer dan 8 % worden bereden.
Geen langer koelbedrijf in schuine ligging uitvoeren, omdat
eventueel het ontstane condenswater niet kan weglopen en in
het meest ongunstige geval in het voertuig terecht komt.
Voor een goede werking en ter voorkoming van schade mag
alleen een stroombron met een glad sinusverloop (bijv. span-
ningsomvormer, generator) en zonder spanningspieken wor-
den gebruikt.
Bij het reinigen van het voertuig dient erop te worden gelet
dat er bij het afspoelen, bijvoorbeeld met een hogedrukspuit,
geen water in het toestel terechtkomt (bijv. niet rechtstreeks in
de toestelopeningen sproeien).
Het gebruik van (hete-) stoomreinigers is niet toegestaan.
De condensaatafvoeren moeten tijdens de werking altijd vrij
van belemmeringen zijn.
Aanwijzingen voor het gebruik van
airconditioners
De airconditioner is ontworpen voor een stroomverbruik tot
2,8 A. Controleer vóór de ingebruikname of het kampeerter-
rein voldoende gezekerd is (min. 4 A).
Parkeer uw voertuig bij voorkeur in de schaduw.
Het verduisteren met jaloezieën of zonweringen reduceert de
warmte-instraling.
Reinig uw dak regelmatig (verontreinigde daken warmen eer-
der op).
Ventileer uw voertuig grondig voor inschakeling van het toe-
stel om de opgestuwde warme lucht uit het voertuig te laten.
Om een gezond binnenklimaat te verkrijgen, dient het verschil
tussen binnen- en buitentemperatuur niet te groot te worden
ingesteld. Tijdens de werking wordt de gecirculeerde lucht ge-
reinigd en gedroogd. Door de droging van de zwoele/vochtige
lucht wordt ook bij kleine temperatuurverschillen een aange-
naam ruimteklimaat tot stand gebracht.
Houd tijdens het koelen alle deuren en vensters gesloten,
zodat er geen condensaatvorming op de luchtverdelerunit
ontstaat.
Voor sneller afkoelen:
–
ventilatorstand hoog,
–
luchtverdeling voor-/achterkant op middelste stand,
–
luchtverdeling vloer / plafond op plafond instellen.
47