76
Deutsch
WARTUNG
LUFTFILTER - Die Luftfilter täglich kontrollieren (Abb. 72).
Filter (D): schütteln und mit einem weichen Pinsel reinigen.
Filter (B): reinigen Sie mit fettlösendem Konzentrat Emak
Nr. 001101009, waschen Sie mit Wasser und blasen Sie
in einer gewissen Entfernung von innen nach außen
mit Druckluft aus (Abb.73). Tauschen Sie einen stark
verschmutzten oder beschädigten Filter aus.
KRAFTSTOFF-FILTER - Der Kraftstoff-Filter muß regelmäßig
überprüft und bei zu starker Verschmutzung ersetzt werden
(Abb. 74).
STARTERGRUPPE - Luftschlitze des Anlasserdeckels
freihalten und regelmäßig mit einem Pinsel oder Druckluft
reinigen (Abb. 75).
MOTOR - Die Kühlrippen des Zylinders müßen regelmäßig
mit einem Pinsel oder mit Pressluft gereinigt werden (Abb.
76). Schmutzablagerungen können zu Überhitzung und
Beschädigung des Motors führen.
ZÜNDKERZE - Die Zündkerze regelmäßig reinigen sowie
den Elektrodenabstand einstellen (Abb. 77).
Eine Zündkerze Torch L6RTC bzw. einer anderen Marke mit
gleichwertigem Wärmewert verwenden.
KETTENBREMSE - Falls die Kettenbremse nicht einwandfrei
funktionieren sollte, müssen der Kettenraddeckel
abmontiert und die einzelnen Teile der Kettenbremse
gründlich gereinigt werden. Wenn das Kettenbremsband
verschlissen und/oder verformt ist, so ist dieses zu
ersetzen (A, Abb. 78). Die Sicherheitsarretierung der Kette
kontrollieren und falls nötig ersetzen (B, Abb. 78).
SCHWERT - Das Schwert drehen und überprüfen, ob die
Schmieröffnungen frei von Verunreinigungen sind (Abb. 79).
77
MANTENIMIENTO
FILTRO FILTRO DEL AIRE - Controlar diariamente los filtros
del aire (Fig. 72). Filtro (D): sacudirlo y limpiarlo con un
pincel suave. Filtro (B): limpie con desengrasante Emak
cód. 001101009, lave con agua y sople a distancia con aire
comprimido desde el interior hacia el exterior (Fig.73).
Sustituya el filtro si está muy atascado o dañado.
FILTRO COMBUSTIBLE - Controlar periódicamente
las condiciones del filtro, en caso de excesiva suciedad,
cambiarlo (Fig. 74).
GRUPO DE ARRANQUE - Mantener libres y limpios los
orificios de refrigeración del carter del conjunto de arranque
(Fig. 75) con pincel o aire comprimido.
MOTOR - Limpiar periódicamente las aletas del cilindro
con un pincel o con aire comprimido (Fig. 76). La
acumulación de impurezas sobre el cilindro puede provocar
recalentamientos dañinos para el buen funcionamiento del
motor.
BUJIA - Se recomienda la limpieza periódica de la bujía y el
control de la distancia de los electrodos (Fig. 77).
Utilizar bujía Torch L6RTC o de otra marca con grado térmico
equivalente.
FRENO DE LA CADENA - Si se diera el caso de que el freno
de la cadena no funcionara correctamente, desmontar el
cárter cubrecadena y limpiar a fondo los componentes
del freno. Cuando la cinta esté gastada y/o deformada,
cambiarla (A, Fig. 78). Verificar y sustituir, si es necesario, el
bloqueo de seguridad de la cadena (B, Fig. 78).
BARRA - Girar la barra y verificar que los orificios de
lubricación estén libres de impurezas (Fig. 79).
78
Español
79
Nederlands
ONDERHOUD
LUCHTFILTER - Dagelijks het luchtfilters (Fig. 72)
controleren. Filter (D): dit schudden en schoonmaken
met een zacht penseel. Filter (B): reinigen met ontvetter
van Emak codenr. 001101009, wassen met water, en
met perslucht van een afstand van binnen naar buiten
blazen (Fig.73). Vervang het filter als dit ernstig verstopt of
beschadigd is.
BRANDSTOFFILTER - Periodiek de staat van het
brandstoffilter controleren. Dit in geval van teveel vuil
vervangen (Fig. 74).
STARTGROEP - De koelgaten van de startgroepcarter
met een penseel of hogedruklucht vrij en schoon houden
(Fig. 75).
MOTOR - Periodiek de cylindervleugels met een penseel
of hogedruklucht schoonmaken (Fig. 76). Het opeenhopen
van vuil op de cylinder kan voor de werking van de motor
schadelijke oververhitting veroorzaken.
BOUGIE - Men raadt aan de bougie periodiek schoon te
maken en de electrodenafstand te controleren (Fig. 77).
Gebruik een Torch L6RTC bougie of een bougie van een
ander merk met een equivalent thermisch bereik.
KETTINGREM - In geval de kettingrem niet goed
functioneert, de kettingkast demonteren en de onderdelen
van de rem grondig schoonmaken. Als de remband
versleten en/of vervormd is, deze vervangen (A - Fig. 78). De
veiligheidsstop van de ketting controleren en indien nodig
vervangen (B - Fig. 78).
ZAAGBLAD - Het zaagblad omkeren en controleren, dat de
smeergaten vuilvrij zijn (Fig. 79).
37