Hoofdstuk
02
Installatie
Gebruik voor installatie in de handel verkrijg-
bare onderdelen.
DIN-voormontage
1
Bepaal de positie van de zijklemmen.
Wijzig de positie van de zijklemmen (klein) als
u het toestel installeert in een ondiepe ruimte.
1
2
1 Zijklem (klein)
2 Verzonken schroef (5 mm x 6 mm)
2
Monteer het toestel in het dashboard.
Schuif de montagebehuizing in het dash-
board. Zet de montagebehuizing vervolgens
vast door met een schroevendraaier de meta-
len lipjes op hun plaats te buigen (90°).
1
182
53
2
1 Dashboard
2 Montagebehuizing
3 Zijklem
4 Schroef (2 mm × 3 mm)
70
Nl
3
4
DIN-achtermontage
1
Bepaal de juiste positie waar de gaten
in de klem en in de zijde van het toestel op
een lijn liggen.
Gebruik de volgende schroefgaten als u het
toestel in een ondiepe ruimte monteert.
1
1
1 Gebruik alleen verbindingsschroeven (4
mm x 3 mm).
2
Draai aan elke kant twee schroeven
vast.
Gebruik verbindingsschroeven (4 mm x 3 mm),
verbindingsschroeven (5 mm x 6 mm) of ver-
zonken schroeven (5 mm x 6 mm), afhankelijk
van de vorm van de schroefgaten in de klem.
3
1 Schroef
2 Dashboard of console
3 Radiomonteerklem
Opmerking
In sommige voertuigen kan er een discrepantie
ontstaan tussen het toestel en het dashboard. Als
dit het geval is, gebruikt u het meegeleverde mon-
tuur om het gat te vullen.
1
2