■
PROBLEMEN OPLOSSEN
Als u problemen hebt met uw scooter, kunt u het volgende proberen voordat u de scooter naar de
dealer brengt.
Als u het probleem niet kunt oplossen, vraagt u de dealer om hulp.
Probleem
U kunt de scooter niet
inschakelen.
D e s c o o t e r w o r d t
ingeschakeld, maar
loopt niet.
D e s c o o t e r l i j k t
langzaam.
D e s t o e l b e w e e g t
tijdens het gebruik.
Het stuur lijkt los te
zitten.
De
claxon maakt
onverwachts geluid.
8 . P R O B L E M E N O P L O S S E N
Symptoom
• De batterijen zijn niet
aangesloten.
• De voorkant en de
achterkant zijn niet
aangesloten.
• De circuitbreker is
omgeschakeld.
• De batterijen zijn leeg.
• D e
o p l a d e r
aangesloten.
• De motor staat in de
vrijloopmodus.
• De batterijen zijn leeg.
• S n e l he i d la ng za a m
ingesteld.
• D e s t o e l i s n i e t
vergrendeld.
• De stuurkolomknop is
los.
• Er is een fout met de
scooter.
Oplossing
• C o n t r o l e e r
b a t t e r i j e n
aangesloten.
• Controleer de aansluiting
van de voorkant en de
achterkant.
• D r u k
circuitbrekerknop in.
• C o n t r o l e e r
i s
batterijspanning.
• Koppel de oplader los.
• Zet de vrijloophendel
weer vast.
• C o n t r o l e e r
batterijspanning en/of
laad de batterijen op.
• C o n t r o l e e r
snelheidsknop niet laag
staat.
• Draai de stoel langzaam
totdat deze op zijn plaats
valt en vastzit.
• Draai de stuurkolomknop
vast.
• C o n t r o l e e r
best uri ngshendel v rij
s t a a t e n s c h a k e l d e
scooter in een uit, en laad
de batterijen op.
78
o f
d e
z i j n
d e
d e
d e
o f
d e
o f
d e