Electrolux
Als er iets verkeerd gaat
Als het apparaat niet goed werkt, het volgende controleren, voordat u contact opneemt met het
Electrolux Servicecentrum:
PROBLEEM
De oven schakelt niet in.
Het oventemperatuurlampje gaat niet
branden.
Het ovenlampje gaat niet branden.
De bereiding van de gerechten
duurt te lang of ze worden te snel
gaar.
Stoom en condenswater slaan neer
op de gerechten en de deur van de
oven.
De ovenventilator maakt lawaai.
Het elektronisch programmeren
werkt niet.
Het display geeft "12.00" aan.
54
OPLOSSING
Controleer of zowel de bereidingsfunctie als de
temperatuur zijn ingesteld.
of
Controleer, of het apparaat goed aangesloten is en
de schakelaar van het stopcontact of de
netstroomtoevoer naar de oven op AAN staan.
Stel een temperatuur in met de thermostaatknop
of
Stel een functie in met de functieknop van de oven.
Stel een temperatuur in met de thermostaatknop
of
Controleer het lampje en vervang het, indien nodig
(zie "Reiniging en onderhoud").
De temperatuur moet aangepast worden
of
Volg het advies in de instructies op, met name het
hoofdstuk „De oven gebruiken".
Na afloop van de bereiding de gerechten niet lan-
ger dan 15-20 minuten in de oven laten staan.
Controleer of de rekken en het bakgerei niet trillen
tegen het achterpaneel van de oven.
Controleer de aanwijzingen voor de timer.
Klok gelijk zetten (zie hoofdstuk "Tijdstip van de dag
instellen ").