Faller 130520 Montageanleitung Seite 12

12
Funktionsweise:
Beim ersten Einschalten der Steuerung bleiben alle Motoren in der Montageposition stehen.
Wenn z. B. zwischen GND und »Start 1R« eine kurze Verbindung hergestellt wird, z. B. mit einem Taster oder Reedsensor,
läuft der angeschlossene Motor von Getriebe 1 so lange rechts herum, bis der Endschalter »1R« erreicht wird.
Wenn GND mit »Start 1L« kurz verbunden wird, dreht sich der Motor von Getriebe 1 so lange links herum, bis der Endschalter »1L« erreicht wird.
Die Endschaltersignale werden jeweils von der Getriebeeinheit an die Universalschalteinheit gegeben.
Mit dem Poti »P1« kann die Geschwindigkeit für Motor 1 eingestellt werden.
Gleiches gilt auch entsprechend für die anderen Antriebseinheiten.
Mode of operation:
When switching the control unit on for the first time, all motors will stay in the assembly position. Whenever a short connection is established for example between »GND« and »Start 1R«,
using a push button or a dry-reed contact for instance, the connected motor of gear 1 will rotate clockwise until reaching the limit switch »1R«.
After a short connection between »GND« and »Start 1L«, the motor of gear 1 will rotate anticlockwise until reaching the limit switch »1L«.
The signals sent out by the limit switches are transmitted by the respective gear box to the all-purpose switching unit.
Potentiometer »P1« allows to adjust the speed of motor 1.
All this similarly applies to the other drive units.
Principe de fonctionnement:
Lors de la première mise sous tension du module de commande, les moteurs restent en position de montage.
En branchant la borne »GND« et »START 1R« sur les bornes de l'inverseur, le moteur 1 avec son entrainement tournera vers la droite jusqu'à la position du fin de course »1R«.
Si on branche la borne »GND« et »START 1L«, le moteur 1 tournera à gauche jusqu'au fin de course »1L«.
Les positions des fins de course sont reportées dans le boitier universel.
La vitesse de rotation du moteur 1 peut être réglée à l'aide du potentiomètre »P1«.
Ceci est identique pour les autres boitiers de transmission.
De bediening:
Bij de eerste keer inschakelen van de besturing blijven alle aandrijvingen staan in de start/montage positie.
Als b.v. tussen »GND« en »Start 1R« een korte verbinding gemaakt wordt met een schakelaar of reedcontact zal de aangesloten motor 1 rechtsom draaien zolang er een elektrische verbinding is en het eindpunt,
b.v. deur helemaal open, bereikt is. Maakt u contact tussen »GND« en »1L« zal motor 1 linksom draaien en de deur sluiten. Een eindsignaal wordt door de aandrijféénheid aan de universele schakeléénheid
doorgegeven. Met de potentiometer kunt u de snelheid van motor 1 instellen. Vanzelfsprekend geldt dit ook voor de andere aandrijféénheden.