3.3 Monteren van de camera
Verwijder eerst de koepel door de witte koepelring tegen de
klok in te draaien.
Aan de onderkant van de camerabodemplaat bevinden zich
drie doorlopende openingen voor de bevestiging (zie
afbeelding rechts, 1/2/3).
Houd de camera tegen de geplande installatieplaats, markeer
de drie gaten voor de bevestiging op de ondergrond en boor
deze gaten. Gebruik het bijgeleverde installatiemateriaal om
de camera te bevestigen.
De cameramodule kan met behulp van 3 assen gedraaid en
gebogen worden.
Pan:
Rotatie van de gehele cameramodule
Tilt:
Buiging van de cameramodule
Rotation: Rotatie van het objectief met beeldregistratie en
IR-platien (3
LET OP!
Tijdens de montage moet de camera van de netspanning gescheiden zijn.
e
as)
227
1
2
3