NL
N
. 4.. Zagen.op.een.zaagbok
Houd de elektrische kettingzaag
met beide handen stevig vast en
beweeg de kettingzaag tijdens
het zagen van het lichaam af.
Als de stam is doorgezaagd,
brengt u de zaag rechts langs uw
lichaam (1). Houd uw linkerarm
zo recht mogelijk (2). Let op de
vallende stam. Ga zo staan, dat
de vallende stam geen gevaar
oplevert. Let op uw voeten.
De vallende stam kan op uw
voeten vallen. Denk ook om uw
evenwicht (3).
Snoeien
O
Met snoeien wordt het afzagen van tak-
ken en twijgen van een gevelde boom
bedoeld.
Er gebeuren vaak ongelukken
bij het snoeien. Zaag nooit tak-
ken af als u op een boomstam
staat. Let op een eventuele te-
rugslag als takken onder span-
ning staan.
• Verwijder de zijtakken pas na het doorza-
gen.
• Onder spanning staande takken moeten
van onder naar boven gezaagd worden
om vastklemmen van de kettingzaag te
voorkomen.
• Bij het afzagen van dikkere takken ge-
bruikt men dezelfde techniek als bij het
verzagen.
• Werk links van de stam en zo dicht
mogelijk bij de elektrische kettingzaag.
Laat het gewicht van de zaag zoveel
mogelijk op de stam rusten.
82
• Verander van plaats om takken aan de
andere kant van de stam af te zagen.
• Vertakte takken worden apart afge-
zaagd.
Bomen vellen
Er is veel ervaring vereist om
bomen te vellen. Vel enkel bo-
men als u zeker en veilig met
de elektrische kettingzaag kan
omgaan. Gebruik de elektrische
kettingzaag in ieder geval niet
als u zich onzeker voelt.
• Let erop dat er geen mensen of dieren
in de buurt van het werkterrein zijn.
De veilige afstand tussen de te vellen
boom en de eerstvolgende werkplaats
moet 2 ½ boomlengte bedragen.
• Let op de valrichting.
De gebruiker moet zich in de buurt van
de gevelde boom veilig kunnen bewe-
gen om de boom makkelijk te kunnen
doorzagen en snoeien.
• Vermijdt dat de vallende boom in een
andere boom blijft hangen. Let op de
natuurlijke valrichting die van neiging
en kromming van de boom, van de
windrichting en het aantal tallen afhan-
kelijk is.
• Sta bij steile terreinen steeds boven de
te vellen boom.
• Kleine bomen met een diameter van
15-18 cm kunnen normaal met 1 snede
afgezaagd worden.
• Bij bomen met een grotere diameter
moet er met kerfsnijwerk en een val-
snede gewerkt worden (zie onder).