Storing
Het vriesvak heeft
een dikke laag rijp.
De bodem van de
koelruimte is nat.
De temperatuur in de
koelruimte is te koud.
De koelmachine wordt
steeds vaker en langer
ingeschakeld.
Het apparaat koelt niet.
Eventuele oorzaak
Het dooiwaterafvoergootje
is verstopt.
De deur van het vriesvak
is niet goed dicht.
De temperatuur is te koud
ingesteld.
Het supervriessysteem
is ingeschakeld.
De deur van het apparaat
werd te vaak geopend;
Invriezen van grotere
hoeveelheden verse
levensmiddelen.
De be en ontluchtings
openingen zijn afgedekt.
Het apparaat is
uitgeschakeld.
Stroomuitval; de zekering
is uitgeschakeld; de
stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Oplossing
Ontdooien van het vriesvak (zie Ontdooien).
Let erop dat de deur van het vriesvak goed
dicht is.
De deur van het vriesvak moet hoorbaar
dichtklikken.
Dooiwatergootje en afvoergaatje afb. 0,
schoonmaken zie Schoonmaken van het
apparaat
Deur van het vriesvak sluiten. De deur van
het vriesvak moet hoorbaar dichtklikken.
Een warmere temperatuur instellen.
Supervriessysteem uitschakelen.
Deur niet onnodig openen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
Afdekkingen verwijderen.
Toets Aan/Uit afb. 2/1 indrukken.
Controleer of er stroom is. Controleer
de zekeringen.
nl
91