A
A)
De bypass-schroef
• Als u overschakelt van aardgas G20/
G25 20/25 mbar op vloeibaar gas,
draai de schroef dan helemaal vast.
• Als u overschakelt van vloeibaar gas
op aardgas G20/G25 20/25 mbar,
draai de bypass-schroef dan ongeveer
1/4 draai los (1/2 draai bij een Driekro-
nenbrander).
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uit gaat als
u de knop snel van de maximale
stand naar de minimale stand
draait.
8.4 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
• Aard het apparaat volgens de veilig-
heidsmaatregelen.
• Zorg ervoor dat het nominale voltage
en het type vermogen op het typepla-
tje overeenkomen met het voltage en
het vermogen van de stroomvoorzie-
ning in uw woning.
• Dit apparaat wordt geleverd met een
netsnoer. Dit moet zijn voorzien van
een geschikte stekker, die geschikt is
voor de belasting die vermeld is op
het identificatieplaatje. De stekker
moet in een geschikt stopcontact wor-
den gestoken.
• Alle elektrische onderdelen moeten
worden geïnstalleerd of worden ver-
vangen door een technicus van de ser-
vice-afdeling of door gekwalificeerd
onderhoudspersoneel.
• Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat het netsnoer na instal-
latie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Het apparaat moet niet worden aan-
gesloten op een verlengsnoer, een
adapter of een meervoudige aanslui-
ting (brandgevaar). Controleer of de
aarding conform de normen en regel-
geving is.
• De stroomkabel moet zo worden ge-
plaatst dat er geen contact wordt ge-
maakt met een heet oppervlak.
• Sluit het apparaat op de netvoeding
aan met behulp van een voorziening
waarmee het apparaat kan worden
losgekoppeld van de alle polen van
de netvoeding, met een contactope-
ning van minimaal 3 mm breed, b.v.
een automatische beschermende
stroomonderbreker, aardlekschake-
laars of een zekering.
• Geen enkel deel van de aansluitkabel
mag een temperatuur van 90°C berei-
ken. De blauwe neutrale draad moet
worden aangesloten op de eindklem
gemarkeerd met "N". De bruine (of
zwarte) fasedraad (gemonteerd in het
contact van de eindklem gemarkeerd
met "L") moet altijd worden aangeslo-
ten op de fase van het voedingsnet.
8.5 Vervanging van het
aansluitsnoer
Gebruik om de aansluitkabel te vervan-
gen alleen het type H05V2V2-F T90 of
een gelijksoortig type. Zorg ervoor dat
de doorsnede van het snoer geschikt is
voor het voltage en de bedrijfstempera-
tuur. De geel/groene aardedraad moet
ongeveer 2 cm langer zijn dan de bruine
(of zwarte) fasedraad.
NEDERLANDS
13