Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmteindicatie. Deze laat zien welke kookzones nog heet
zijn. Ook wanneer de kookplaat uitgeschakeld is, is de indicatie
verlicht tot de kookzone voldoende is afgekoeld.
U kunt de restwarmte energiebesparend benutten en
bijvoorbeeld een klein gerecht warmhouden.
De oven
U stelt de oven in met de functie- en de temperatuurkeuzeknop.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de wijze van verwarmen voor
de oven in. De functiekeuzeknop kan naar links en naar rechts
draaien.
Wanneer de gewenste wijze van verwarmen is ingesteld, brandt
de lamp in de oven.
Standen
Uit
þ
Boven-/onder-
%
warmte*
Onderwarmte
$
Vlakgrillen, klein
*
oppervlak
Vlakgrillen, groot
(
oppervlak
* Wijze van verwarmen conform energie-efficiëntieklasse
EN50304.
De toebehoren
De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele
gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat
vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog
comfortabler kunt gebruiken.
Inschuiven van het toebehoren
Het toebehoren kan in 5 verschillende hoogtes in de oven
worden geschoven. Schuif het toebehoren altijd tot aan de
aanslag erin zodat het niet met de glazen deur van de oven in
aanraking komt.
Functie
De oven is uitgeschakeld.
Het bakken en braden is maar op
één niveau mogelijk. Voor gebak
en pizza in bakvormen of op de
bakplaat alsmede voor magere
braadstukken van rund, kalf en wild
is deze instelling zeer geschikt. De
hitte komt gelijkmatig van boven en
onderen.
Met onderwarmte kunt u gerechten
van onderen nabakken en rooste-
ren. De temperatuur komt van
onderen.
Deze wijze van verwarmen is
geschikt voor het grillen van steak,
worstjes, vis en toasts in kleine
hoeveelheden. Het middelste deel
van het grillelement wordt ver-
warmd.
U kunt meerdere steaks, worstjes,
vis en toast grillen. Het gehele
oppervlak onder het grillelement
wordt verwarmd.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de
grillstand instellen.
Standen
Nulstand
ÿ
50-270
Temperatuurbe-
reik
1, 2, 3
Grillstanden
Als de oven opwarmt, brandt het lampje boven de
temperatuurkeuzeknop. Als het opwarmen wordt onderbroken,
gaat het uit. Brandt niet bij sommige instellingen.
De binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
Ovendeur - aanvullende veiligheidsinstructies
Bij langere baktijden kan de ovendeur erg heet worden.
Indien u kinderen hebt, is bij het gebruik van de oven extra
voorzichtigheid geboden.
Verder is er een beveiligingsvoorziening (beveiligingsrooster)
beschikbaar waarmee directe aanraking van de ovendeur
wordt verhinderd. Dit beveiligingsrooster is onder nr. 469088
bij de klantenservice verkrijgbaar.
Het toebehoren kan ongeveer tot de helft eruit getrokken
worden zonder dat het kantelt. Zo kunt u de gerechten
gemakkelijk uit de oven nemen.
Functie
Oven niet heet.
Temperatuurinstellingen in °C.
Grillstanden voor de grill, klein
en groot
oppervlak.
*
(
Stand 1 = zwak
Stand 2 = gemiddeld
Stand 3 = sterk
47