Labels worden niet correct doorgevoerd
Als uw labels niet correct worden doorgevoerd, doet u het volgende:
•
•
Printer drukt niet af of stopt met afdrukken
Als de printer niet afdrukt of stopt met afdrukken, kunt u de volgende stappen uitvoeren om het
probleem te lokaliseren.
1
2
3
4
Als zich na het uitvoeren van de bovenstaande controles problemen blijven voordoen, neemt u
contact op met de klantenservice om een machtiging voor retourzending aan te vragen. Zie
„Technische ondersteuning krijgen" op pagina 22.
Controleer of uw labels goed zijn geladen en of de linkerrand van de label goed is uitgelijnd
met de linkerrand van de sleuf voor labelvoer. Zie „Info over labels" op pagina 5.
Zorg ervoor dat u labels van het merk DYMO gebruikt. De perforatiegaatjes tussen labels van
andere fabrikanten worden vaak niet gedetecteerd door de DYMO-printers. Als de
perforatiegaatjes niet gedetecteerd worden, worden de labels niet correct doorgevoerd. Als u
labels van een ander merk gebruikt, kan uw garantie nietig worden.
Controleer of de printer stroom krijgt en de stekker in het stopcontact zit.
Als het statuslampje aan de voorkant van de printer niet brandt, controleert u of de
voedingskabel nog is aangesloten en of er spanning op de stekkerdoos staat.
Sluit iets anders op de stekkerdoos aan om te controleren of het een voedingsprobleem betreft.
Controleer of de printer de labels correct doorvoert door op de knop voor papierinvoer te
drukken terwijl de printer is ingeschakeld.
Als de labels zijn vastgelopen, zal het statuslampje knipperen. Zie „Vastgelopen label
verwijderen" op pagina 20.
Controleer of uw USB-kabel niet is losgeraakt aan de achterkant van de printer of computer.
Raadpleeg de installatie-instructies in de beknopte handleiding om te controleren of de kabel
goed is aangesloten.
(Windows) Controleer of het stuurprogramma voor uw LabelWriter-printer goed is
geïnstalleerd.
Dit stuurprogramma verstuurt de afdrukgegevens van de software naar de LabelWriter-printer.
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de software installeert die bij
uw printer wordt geleverd. Het stuurprogramma kan echter onbedoeld zijn gewijzigd of
verwijderd.
In het menu Start, selecteert u Printers en faxapparaten.
a
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de LabelWriter-printer en kies
b
Eigenschappen.
Klik in het dialoogvenster Eigenschappen op Afdrukvoorkeuren.
c
Klik in het dialoogvenster Voorkeuren op Geavanceerd.
d
Het dialoogvenster Geavanceerd wordt weergegeven.
Als er geen fouten worden weergegeven in het dialoogvenster Geavanceerd, is het
printerstuurprogramma correct geïnstalleerd.
Problemen oplossen
21