temperaturen onder de onderste drempelwaarde aan. Rode
kleurschakeringen geven aan dat de temperatuur de bovenste
drempelwaarde overschrijdt.
Boven in het display worden evt. de volgende symbolen afgebeeld:
Het symbool
(oververhittingswaarschuwing)
knippert, zodra de temperatuur
in de camera de bovengrens
nadert.
Het symbool brandt continu,
zodra de maximale temperatuur
is bereikt. De camera schakelt
dan automatisch uit.
Het symbool geeft de modus
voor het hoge
temperatuurbereik aan. Deze
modus wordt automatisch
geselecteerd, zodra een groot
deel van het getoonde
warmtebeeld 130 °C
overschrijdt.
Het fotogeheugen is voor 80%
gevuld. Naast het symbool
wordt weergegeven voor
hoeveel het geheugen is gevuld.
Dräger UCF 6000, UCF 7000, UCF 8000, UCF 9000
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Onder in het display kunnen de volgende symbolen worden
weergegeven:
Bereik waarin de temperatuur
wordt gemeten.
De camera staat in een niet-
standaard gebruiksmodus (TI-
BASIC PLUS).
Wanneer dit symbool niet wordt
weergegeven, staat de camera
in de standaard gebruiksmodus
(TI-BASIC).
Toestand acculading
De segmenten geven de
resterende bedrijfstijd aan (zie
hoofdstuk 3.2.3 op pagina 147).
De laserpointer is geactiveerd.
Deze symbolen staan
weergegeven, wanneer de
zoomfunctie is geactiveerd.
Beschrijving
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
139