Wit: links voor
Wit/zwart: links voor
Grijs: rechts voor
Grijs/zwart: rechts voor
Groen: links achter
Groen/zwart: links achter
Violet: rechts achter
of subwoofer
Violet/zwart: rechts achter
of
subwoofer
ISO-connector
In sommige auto's is de ISO-connector
in twee gesplitst. In dit geval dient u
verbinding te maken met beide
connectoren.
* Gebruik luidsprekers met een
vermogensingang van 100 W of meer
(aanbevolen).
OPMERKINGEN
• Wijzig het beginmenu van dit toestel. Zie
[SP-P/O MODE] (pagina 6). De
subwooferuitgang van dit toestel is
mono.
• Wanneer u een subwoofer gebruikt, dient
u het één-zijde kanaal van de subwoofer
te verbinden met de violette en violet/
zwarte draden van dit toestel. Sluit niets
aan op de groene en groen/zwarte
draden.
• Sluit direct aan op de accu ondanks de
verbinding van de voedingsdraad van
het voertuig voor het geval het toestel
niet goed werkt wegens onvoldoende
vermogen.
• Verbind de draden met de +12 V- en
GND-aansluitingen van het toestel met
minstens 14-gauge of een doorsnede van
2
meer dan 2 mm
, want een stroom van
meer dan 15 A loopt tijdens volledig
belaste werking door het systeem.
• Alle stroomdraden die verbonden zijn
met de positieve accupool, moeten
gezekerd zijn binnen 450 mm van de
accupool en voor ze door metaal lopen
als de stroomdraden direct verbonden
zijn met de positieve accu-aansluiting.
14
Nl
• Zorg ervoor dat de accudraden van het
voertuig die verbonden zijn met het
voertuig (aarding aan chassis)* een
draadmaat hebben die minstens gelijk is
aan die van de hoofdstroomdraad
waarmee de accu verbonden is met de
hoofdeenheid.
Minder dan 450 mm
Zekering (15 A)
+12 V autoaccu
Raadpleeg uw verdeler voor meer
informatie als u vragen heeft of problemen
ervaart met de verbinding.
Eindversterker (afzonderlijk
verkocht)
Voer deze verbindingen uit wanneer u de
optionele versterker gebruikt.
Systeemafstandsbediening
Verbinden met blauw/witte kabel.
Eindversterker (afzonderlijk verkocht)
Verbinden met RCA-kabels (afzonderlijk
verkocht)
Naar vooruitgang
Voorluidspreker
Naar achteruitgang of
subwooferuitgang
Achterluidspreker of subwoofer
Installatie
Belangrijk
• Controleer alle verbindingen en
systemen voor de definitieve installatie.
• Gebruik geen ongeoorloofde
onderdelen, want dit kan tot storingen
leiden.
• Raadpleeg uw verdeler als u voor de
installatie gaten moet boren of andere
wijzigingen aan de wagen moet
aanbrengen.
• Installeer het toestel niet op de volgende
plaatsen:
– waar het de goede werking van de
wagen kan storen.
– waar passagiers gekwetst kunnen
geraken bij bruusk afremmen.
• De halfgeleiderlaser raakt beschadigd als
hij te warm wordt. Installeer dit toestel op
een veilige afstand van hete plaatsen,
zoals de uitgang van de verwarming.
• Optimale prestaties zijn
verzekerd wanneer het
toestel in een hoek van
minder dan 60° wordt
geïnstalleerd.
• Tijdens de installatie dient u voor een
goede warmteafvoer bij het gebruik van
het toestel te zorgen. Voorzie daartoe
voldoende vrije ruimte achter het
achterpaneel en wikkel alle losse kabels
op, zodat ze de ventilatieopeningen niet
blokkeren.
Voorzie
voldoende
5 cm
ruimte
5 cm
DIN-installatie
1
Steek de bijgeleverde installatiekoker
in het dashboard.
2
Zet de installatiekoker vast door de
metalen lippen 90° te plooien met een
schroevendraaier.
Dashboard
Installatiekoker
• Controleer of het toestel degelijk
geïnstalleerd is. Een onstabiele
installatie kan haperingen of andere
storingen veroorzaken.
Wanneer u de bijgeleverde
installatiekoker niet gebruikt
1
Bepaal de positie waar de gaten in de
beugel en de zijkant van het toestel
overeenkomen.
2
Draai aan elke kant twee schroeven
vast.
Tappende schroef (5 mm × 9 mm,
niet met het product meegeleverd)
Montagebeugel
Dashboard of console