Aansluiten van luidsprekers
Rechterluidspreker Linkerluidspreker
Let op
< Controleer de impedantie van uw luidsprekers. Verbind
luidsprekers met een impedantie tussen 4 Ohm en 8 Ohm.
< De rode luidsprekeraansluitingen zijn + (positief) en de zwarte
luidsprekeraansluitingen zijn _ (negatief).
De + kant van een luidsprekersnoer is over het algemeen
gemarkeerd zodat deze gemakkelijk van de _ kant van het snoer
kan worden onderscheiden. Verbind de gemarkeerde kant met
de + aansluiting en de ongemarkeerde kant met de zwarte _
aansluiting.
< Zorg om kortsluiting te voorkomen dat het metaal van de
twee afzonderlijke draden geen contact met elkaar maken.
Kortgesloten draden kunnen brand, een onjuiste werking of
beschadiging van de apparaten veroorzaken.
< Steek de stekkers goed in de aansluitingen. Voorkom dreun en
ruis en bundel de snoeren derhalve niet samen met het netsnoer
of andere snoeren en kabels.
Verbinden:
1. Draai het dopje van de aansluiting linksom los. De dopjes van de
luidsprekeraansluitingen kunnen niet worden verwijderd.
2. Steek het draad in de aansluiting en draai dan het dopje rechtsom
zodat het draad goed vast zit:
< Zorg dat er geen isolatiemateriaal van het draad in de aansluiting
steekt en uitsluitend het ontblote draad de aansluiting raakt.
3. Trek licht aan het snoer om te controleren dat het draad goed
vast zit.
AG-H600NT
U kunt dit apparaat bedienen met gebruik van de bijgeleverde RC-
1181 afstandsbediening.
R i c h t d e a f s t a n d s b e d i e n i n g v o o r g e b r u i k n a a r d e
afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van het apparaat.
< De afstandsbediening werkt mogelijk niet indien er een obstakel
tussen het apparaat en de afstandsbediening is.
< De afstandsbediening functioneert mogelijk onjuist indien er
andere apparaten in de buurt zijn die infrarood-stralen opwekken
of indien er een andere infrarood-afstandsbediening in de
buurt van het apparaat is. Daarbij is het mogelijk dat een ander
apparaat onjuist functioneert.
Plaatsen van batterijen
1. Verwijder het dekseltje van het batterijvak.
2. Plaats twee "AAA" (R03, UM-4) droge-cel batterijen. Plaats de
batterijen beslist met de positieve "+" en negatieve "_" polen in
de juiste richting.
3. Sluit het dekseltje.
Vervangen van de batterijen
De batterijen zijn leeg wanneer het bereik van de
afstandsbediening kleiner wordt. U moet de batterijen dan door
nieuwe vervangen.
Voorzorgen voor batterijen
< Plaats de batterijen met de positieve "+" en negatieve "_" polen
in de juiste richting.
< Gebruik batterijen van hetzelfde type. Gebruik tegelijkertijd geen
batterijen van verschillend type.
< U kunt oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen gebruiken. Zie
de voorzorgen op het label van batterijen.
< Indien u de afstandsbediening voor langere tijd niet gaat
gebruiken (langer dan een maand), moet u de batterijen uit het
vak halen zodat ze niet kunnen gaan lekken. Indien batterijen
hebben gelekt, veeg dan het batterijvak goed schoon en vervang
de batterijen door nieuwe.
< Verwarm batterijen niet, demonteer niet en gooi batterijen niet in
een vuur.
Afstandsbediening
73