Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Metz MECABLITZ 50 AF-1 digital Sony Bedienungsanleitung Seite 73

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MECABLITZ 50 AF-1 digital Sony:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
De stand van de zoomreflector wordt niet automatisch aangepast aan de
actuele zoomstand van het objectief.
• De camera geeft geen gegevens door naar de flitser.
• Er vindt geen uitwisseling van gegevens tussen camera en flitser plaats.
Ontspankop op de camera aantippen!
• De camera is uitgerust met een objectief zonder CPU.
• De flitser werkt in de manual zoominstelling 'MZoom'.
Schakel om naar autozoom (zie 9.1).
• De hoofdreflector is uit zijn standaard positie gezwenkt.
• De groothoekdiffusor is voor de hoofdreflector geklapt.
• Voor de hoofdreflector is een Mecabounce aangebracht.
De diafragma-instelling op de flitser wordt niet automatisch aan die van het
objectief aangepast.
• De camera geeft geen gegevens door naar de flitser.
• Er vindt geen uitwisseling van gegevens tussen camera en flitser plaats.
Ontspankop op de camera aantippen!
• De camera is uitgerust met een objectief zonder CPU.
In het display knippert de aanduiding voor de zoomstand van de hoofdreflector
• Waarschuwing voor schaduwvorming aan de randen van het beeld:
De op de camera ingestelde brandpuntsafstand van het objectief (omgere-
kend naar het 35 mm kleinbeeldformaat 24 x 36) is kleiner dan de ingestelde
zoomstand van de hoofdreflector.
De automatische omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
vindt niet plaats.
• De camera werkt met een centraalsluiter (de meeste compactcamera's).
Er hoeft daarbij geen omschakeling naar een flitssynchronisatietijd plaats te
vinden.
• De camera werkt met synchronisatie bij korte belichtingstijden HSS (camera-
instelling). Er vindt geen omschakeling naar de flitssynchronisatietijd plaats.
• De camera werkt met een langere belichtingstijd dan de flitssynchronisatietijd
Afhankelijk van de camerafunctie wordt daarbij niet naar de flitssynchronisa-
tietijd omgeschakeld (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
De opnamen vertonen aan de onderzijde een schaduw.
• Door de parallax tussen objectief en flitser kan het onderwerp in het dicht-
bijbereik, afhankelijk van de brandpuntsafstand, aan de onderzijde van het
beeld niet geheel worden uitgelicht. Neig de hoofdreflector, c.q. zet de groot-
hoekdiffusor voor de reflector.
De opname zijn te donker.
• Het onderwerp ligt buiten het bereik van de flits. Let op: bij indirect flitsen
vermindert de reikwijdte van de flits.
• Het onderwerp bevat zeer lichte of reflecterende beelddetails. Daardoor
wordt het meetsysteem van de camera, c.q. van de flitser beïnvloed.
Stel met de hand een positieve correctie op de flitsbelichting van bijv. +1 EV
in.
De opnamen zijn te licht.
• In het dichtbijbereik kunnen overbelichtingen (te lichte opnamen) voorkomen,
als u bijv. een langere dan de kortste flitsduur van de flitser gebruikt.
De minimale afstand tot het onderwerp moet minstens 10% van de aange-
geven reikwijdte bedragen.
73

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis